- 32 -
Dit verzoek moet wel serieus worden bekeken.
De heer Van Essen zegt niet beslist 1.000,— te willen geven. Het kan
zowel uit als niet uit het culturele fonds. In dit laatste geval zal het in
de raad moeten. x
De voorzitter antwoordt, dat burgemeester eh wethouders het cultureel
fonds beheren. Als dit fonds is uitgeput zal de raad het moeten aanvullen.
6. De heer Terpstra zegt het voorstel van de afdeling te willen handhaven. Dat
de verenigingen niet aangevraagd hebben vindt spreker logisch. Uiteindelijk
i zijn zij indertijd door de gemeente gevraagd de St. Kaartenviering te orga
niseren. Dë gemeente zou dan betalen.
De heer Van Essen is het volledig met de heer Terpstra eens. Overigens
is het college ook wel met voorstellen gekomen om het subsidie aan te passen,
zoals bij de revalidatie. De St. Maartenviering moet wel in stand blijven en
de bedragen moeten met 100% verhoogd worden. Het kost de gemeente maar 250,
Ook de heer de V/olf is liet hiermee eens.
Wethouder Draisma moet toegeven, dat hetgeen de heer Terpstra naar voyen
brengt hem niet bekend was. Dit laat wel een ander licht op de zaak schijnen
en verandert de situatie. Daarom kan hij wel met het voorstel van de heer
Terpstra meegaan.
De voorzitter zegtdat burgemeester en wethouders het voorstel van de
heer Terpstra overnemen.
10. De heer Vledder zegt dat een andere benadering, dan in het voorstel staat,
mogelijk is. In de tweede plaats zal de fractie zich nader over dit punt be
raden en eventueel met een iniatiefvoorstel komen. Het is mede een kwestie
van principe.
De heer Van Essen zegt bezwaar tegen de 5e alinea van punt 10 van de
IJ.v.A. te hebben. Dit is pertinent omvaar.
De voorzitter meent ook, dat de heer Van Essen meer gelijk heeft dan
hier staat.
13. De heer Van Essen zou graag een uitspraak van de raad willen hebben of een
raadslid hier juist, dan wel onjuist heeft gehandeld, zonder daarbij in het
hem als burger toekomende recht te willen treden.
De heer Vledder zegt, dat de heer Van Belle hier twee kansen heeft aan
gegrepen. Dit is niet correct.
De heer de Wolf zegt dat de heer Van Belle als raadslid aan de discussie
heeft deelgenomen. Het besluit is op demokratische wijze met grote meerder
heid van stemmen aangenomen. Spreker zegt niet te kunnen waarderen, dat een
collega-raadslid nu van zijn rechten, die hij als burger heeft, gebruik
maakt om bij hogere instanties nogmaals zijn bezwaren op tafel te leggen.
De voorzitter zegt naar een nadere formulering te zoeken. Spreker meent
ook, dat de heer Van Belle uit collegialiteit niet de juiste houding heeft
aangenomen.
De lieer Schermer zegt ook over het recht van de burger niet te willen pra
ten. Spreker meent, dat aan de heer Van Belle moet worden verzocht zijn be
zwaarschrift in te trekken. Een ieder kan fouten maken. Alle pijn is dan uit
de wereld.
De heer de Boer zegt het voorstel van de heer Schermer te ondersteunen
De heer Van Belle zegt het een moeilijke zaak te vinden. Meer mensen
hebben zijn mening gedeeld. Het is een kwestie van afwegen. Spreker vraagt
zich af of het de zaak waard is. Spreker zegt zelf niet het gevoel te hebben,
dat hij in collegialiteit te kort is geschoten.
Wethouder Draisma zegt, dat de raad zelf het beleid voor een kortere Of
langere termijn heeft uitgestippeld. Van de bestemming, is eèn agrariër de
dupe geworden. Op dat moment hangt het lot boven het hoofd van die boer.
Zulke gevallen zijn er meer. Nu komt er een aanvraag van zo'n gedupeerde
boer voor de bouw van een ligboxenstalBurgemeester en wethouders weigeren
de bouwvergunning. Dan vindt de meerderheid van de raad, dat de beleidsvisie
van het college niet goed is geweest en de raad besluit de bouwvergunning
alsnog te verlenen. Nu een raadslid van zijn recht als burger gebruik maakt
om hiertegen bezwaar aan te tekenen, meent de raad hiervan een zware zaak te
moeten maken. Het betrokken raadslid moet dan uit collegialiteit dit bezwaar
schrift intrekken..
- 33 -