11. Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening op de heffing en invordering van keurlonen. Aan de gemeenteraad. GEMEENTF. IDAARDERADEEL GROUW No.": 3720 Gjfppw, 6 december 1974. De huidige "Verordening op de heffing en invordering van keurloon in de gemeente Idaarderadeel" y/erd vastgesteld in de raadsvergadering van 14 decem ber 1966. De daarin opgenomen keurlonen zijn, behoudens de bijzondere tarie ven ten behoeve van de N.V. Gebr. Smilde, sindsdien niet gewijzigd. Hiertoe was ook geen aanleiding omdat de exploitatie van de keuringsdienst tot en met 'liet jaar 1973 batige saldi opleverde. De laatste jaren kon zelfs tot winst uitkering aan de deelnemende gemeenten worden overgegaan, terwijl daarnaast een reserve kon worden gevormd. Blijkens een op 3 oktober j.l. door de commissie voor de vleeskeurings dienst vastgestelde begroting voor het jaar 1975 wordt voor dat jaar een te kort van rond f 29.000,geraamd. De oorspronkelijke begroting voor het jaar 1974 vertoont nog een batig saldo van rond 30.000, De verslechterde financiële positie is enerzijds te wijten aan de hogere personeelslasten en algemene kosten en anderzijds aan lager geraamde ontvang sten van keurlonen, in het bijzonder voor de uitvoerkeuring. Laatstbedoelde inkomsten kunnen meevallen, maar zijn nogal variabel. De uitkomst van de begroting voor 1975 tendeert naar de mening van de com missie in de richting van een structureel niet meer sluitende exploitatie. Zij is daarom van mening, dat de keurlonen moeten worden verhoogd. De gevorm de reserve dient naar haar mening zoveel mogelijk intact te blijven voor het opvangen van eventuele tegenvallers als gevolg van enkele in voorbereiding zijnde wijzigingen in de Vleeskeuringswet (o.a. afschaffing van het z.g. in- voerkeurloon) In het verleden werden door gedeputeerde staten z.g. richtlijnen voor keurlonen vastgesteld. Dit is voor het laatst gebeurd bij brief van 19 okto ber 1972. Nadien zijn geen nieuwe richtlijnen meer verstrekt. Bij genoemde brief gaven gedeputeerde staten in overweging, voortaan de keurlonen aan te passen aan de kostenontwikkeling. Naar het oordeel van de commissie kan voorshands worden volstaan met verhoging van de keurlonen tot het peil van de laatste richtlijntarieven met dien verstande dat het keurloon voor een nuchter kalf en voor een big in plaats van op respectievelijk 3,50 en 4,50, voor beide dieren op 4, wordt gebracht. Ter vergelijking zijn hieronder de bestaande, de richtlijntarieven en de thans voorgestelde tarieven vermeld: Bestaand Pichtlijn- Voorgesteld tarief tarief tarief a. eenhoevig dier 16,— 25,— 25,-- b. veulen met een geslacht gewicht boven 50 kg 8,— 13,— 13,— c. veulen met een geslacht gewicht bene- den 50 kg 2,— 3,50 3,50 drund 16,— 25,— 25,— e. kalf 8,— 13,— 13,— fnuka 2,— 3,50 4,— gvarken 6,50 11," 11,— h. big 2,— 4,50 4,— ischaap 3,— 4,50 4,50 jlam 1 ,50 3,— 3,— k. geit 2,— 4,50 4,50 1. geitelam 1,— 3,— 3,— invoerkeurloon 0,06/kg, 0,10/kg. 0,10/kg. ,f ..-1 f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f f

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1974 | | pagina 73