- 11 -
Er worden ons twee mogelijkheden voorgelegd» die een daadwerkelijke bijdrage
kunnen leveren voor de verbetering van het woonklimaat in de Bird. Iets wat
de laatste jaren niet het geval is geweest. Er blijkt voorts uit, dat ook
door het college moest worden afgetast waar het zwaartepunt lag. De keuze uit
de twee mogelijkheden is nu aan ons. Met het oog op de financiJele conse
quenties zullen we ons moeten beperken tot een van de beide mogelijkheden.
Spreker heeft zich afgevraagd wat staat voor de toekomst het meeste borg voor
het bewoonbaar blijven en houden van dit gebied, dat bij uitstek een agrarisch
inslag heeft. Spreker wijst op enkele ontwikkelingen die van primair belang
zijn voor het voortbestaan van genoemde bedrijven, zoals het sterk toenemende
melken in tanks,het vervoer van veevoer en kunstdong in bulkvorm. Uit de
geraadpleegde stukken kan nen opmerken, dat zowel door het ene als het andere
een jaarlijkse derving van inkomsten resulteert. En hier maa direct wel even
worden opgemerkt, dat met bedoelde derving van inkomsten het voordeel, dat
Jan Meester zojuist becijferde ten opzichte van het aardgas, ogenblikkelijk
is verdwenen. Genoemde voorzieningen zullen nooit gerealiseerd kunnen worden,
indien een aangepaste verbinding niet tot stand zal worden gebracht. Spreker
kan niet stellen, dat de aansluiting van het aardg&s öpweegt tegen de sterk
achterblijvende ontwikkeling van de agrarische bedrijven, in de Bird. Het
spreekt vanzelf, dat de aansluiting van gas zonder twijfel veel ongerief kan
voorkomen. Met name in de wintet kan de aanvoer van brandstoffen etc. bezwaar
lijk zijn. Spreker wil niet nalaten hierbij op te merken, dat met de net-
verzwaring van het elektrisch - en voor die kosten komen de agrariërs ook nog
te staan - waarbij dan de nodige voorzieningen getroffen kunnen worden, bij
de veehouderijbedrijven, ook op huishoudelijk gebied, alles kan vrarden ver
vangen. Eij meent dan ook de visie van het college te moeten delen, dat de
continuering van de bewoonbaarheid van de Bird meer betekent, dan de aanslui
ting op aardgas en een aanloop vormt tot meer mogelijkheden, te weten ont
sluiting en ontplooiing van de Bird, ook voor de toekomst.
De heer De Wolf zegtrdat voor ons een ingewikkeld probleem ligt. Wij
hebben te maken met bewoners van een eilandgebied in onze gemeente; mensen
die door hun ervaringen in het verleden, begrijpelijkerwijs wantrouwend zijn
geworden ten opzichte van alle overheden, die zich met haar hebben bemoeid.
Immers, een pontverbinding met hun eiland, door de gemeente in 1959 ingesteld
als een kosteloos veer met 105 openingsuren per week, zagen zij onder de vo
rige colleges, geleidelijk gereduceerd tot een dure verbinding die slechts
76,5 uren open is. Dit werd dan gemotiveerd met: alles wordt zo duur, de
lonen gaan omhoog. De heer Zwart heeft daar reeds op gewezen. Zo werd er
steeds geargumenteerd, dat deze verbinding ingekort moest worden. Ook is het
draagvermogen van de pont zodanig gering, dat de op het eiland gevestigde
agrarische bedrijven de technische ontwikkelingen in het transport van grond
stoffen en producten niet kunnen volgen, en daardoor economisch nadeel onder
vinden. Er zijn Vele gesprekken en akties geweest, maar er kwam geen verbe
tering
Door een briefje, dat beter niet geschreven had kunnen worden, kregen
deze mensen de indruk, dat ze op het aardgas zouden worden aangesloten. B.en
W. realiseren zich echter, dat aansluiting van een gebied met dermate hoge
onrendabele kosten, niet te verantwoorden is, maar vinden in het gebeurde aan
leiding om nu meteen maar het probleem van de verbinding met de Bird aan te
pakken
Gesteld voor de keus tussen gas en verbetering van de verbinding, rea
geren de Birdbewoners met "Geef ons maar gas", er van uitgaande dat "de
gemeente" zich wat het gas betreft moreel in een dwangpositie bevindt, en
vrezend, dat een deel van de raad, dat altijd al tegen verbetering van de ver
bindingen was, oók nu wel weer eens de doorslag zou kunnen geven. Het is
jammer Voor de Biirdbewonersdat in de tijd dat de gasaanleg nog betaalbaar
zou zijn geweest, het toenmalige gemeentebestuur blijkbaar niet aan hen heeft
gedacht. Gezien die achtergrond kan ik mij volledig indenken hoe zij nu rea
geren, zowel mondeling als schriftelijk.
