- 15 -
gegeven, dat zij aansluiting op het aardgasnet wensen. Als er ergens sprake
is van inspraak, dan is dat hier toch vel het geval, aldus spreker. Wanneer
de inspraak hier wordt vertaald met: "nou ja, jullie hebben wel getekend,
maar in wezen meenden jullie het toch niet", dan vraagt spreker zich af,wat
de zin hiervan dan is. Moeten we deze mensen dan op deze manier in de kou
laten staan? Spreker kan er weinig waardering voor opbrengen, dat het colle
ge met genoemde 12.000,de Birdbewoners zoet wil houden door de pont
bediening met slechts enkele uren uit te breiden. VJillen vrij werkelijk de
Birdbewoners in hun problemen tegemoet komen, dan moeten we ze het gewenste
aardgas geven.
De heer de Boer zegt, dat wanneer uit de nota zou blijken, dat we de
Bird geen enkele waarborg kunnen geven met betrekking tot de bedrijfsecono
mische omstandigheden, dit temeer klemt de aansluiting van de Bird op het
aardgasnet achterwege te laten. Spreker kan zich niet indenken, dat de Bird
bewoners zo lichtvaardig heèn kunnen stappen over al die conseguenties van
de specifieke economische problemen in de Eird en voor de aardgasaansluiting
zijn en niet voor de uitbreiding van de bediening van de pont. In dit ver-
band vestigt hij nog de aandacht op de kop in een krant dezer dagen, die
vermeldde: "de nood van de boeren spreekt de regering aan'. Gezien deze si
tuatie vraagt spreker zich af, hoe het mogelijk is, dat juist de veehouders in
de Bird zo licht voorbij kunnen gaan aan de nood, die hier wordt bedoeld.
De heer de Wolf heeft zich verwonderd over de stellingname van de heer
Vledder, die er op wijst, dat de pontverbinding maar steeds duurder wordt. De
heer Vledder gaat er aari voorbijdat alle lonen hoger worden en dat alle
gemeentelijke inkomsten evenredig daarmee stijgen. Spreker heeft geconstateerd
dat in de loop der jaren procentsgewijs de aan de Bird bestede kosten lang
zamerhand zijn gedaald. Er kan dan ook niet gesteld worden.dat een kosten-
toename plaats vindt, wanneer alleen maar de absolute bedragen worden verge
leken. In alle opmerkingen, die spreker van de heren Schermer, Vledder,
Meester en Zwart heeft gehoord, ontbreekt elke positieve stellingname om iets
te doen aan de verbetering van de pontverbinding. Indien de heer Vledder
inderdaad van mening is, dat het onmogelijk is die verbinding te verbeteren -
en die indruk geeft hij duidelijk - dan kan spreker zich niet indenken, dat
hij de consequenties daarvan niet doorziet, namelijk dat de Bird dan onbewoon
baar zou zijn, en dat hij dan wel zou kunnen verantwoorden om voor 120.000,-
gasleidingen in de grond te stoppen, waarvan men kan zien, dat dat op korte
termijn economisch geen waarde meer zou hebben. Spreker heeft er vertrouwen
in om die verbinding te verbeteren.
De heer Vledder antwoordt dit vertrouwen ook te hebben en stelt daarom
dat bedoelde 12.000,- die men thans in de verbinding wil steken,"in klap
oan'e kop is" en dat het beter is daarvoor een investering te doen, waaraan
de Birdbewoners werkelijk wat hebben. Spreker ziet de mogelijkheid tot verbe
tering van de pontverbinding wel; die is zelfs zo duidelijk, dat die f 12.000,-
daaraan niets wezenlijks kan bijdragen.
De heer Meester stelt,gelet op hetgeen omtrent deze kwestie naar voren
is gebracht de volgende motie voor: :de raad bijeen op 17 juni 1975 stelt
voor het besluit té nemen om de Bird op aardgas aan te sluiten". Hij wijst in
dit verband nog op de petitie van de Birdbewoners
De heer Knossén vraagt zich af hoe die petitie tot stand is gekomen en
wie daar achter staan1 Daarover heeft spreker geen duidelijk antwoord gekre
gen van de Birdbewoners.
De voorzitter zegt, dat dat de motie van de heer Meester overbodig is,
onïdatwanneer het voorstel van .ourgemeester en wethouders wordt verworpen,
de aansluiting op het aardgas zal plaatsvinden.
- 16 -