- 19 -
Indien wij uit elkaar gaan drijven - het begin is er al - en ieder van de 4
gemeenten zijn éigen standpunt er op na houdt, zal geen van de vier standpun
ten aan zijn trekken komen, waarschuwt spreker. Indien men als plattelands
gemeenten, die in mentaliteit, in structuur, in culturele-sociale tendenzen
e.d. toch feitelijk bijelkaar horen, iets wil bereiken, dan moet men daaraan
vooraf laten gaan de politieke uitspraak, dat men als eenheid wenst op te
treden. Het gevaar is anders niet denkbeeldig, dat men als kleine gemeenten
verloren gaat in het grotere geheel. Spreker is van oordeel, dat je als
gemeenschappelijkheid, als U.R.B.I.-gemeenten met zo'n 20.000 inwoners tot
één beleidslijn zou kunnen komen, Hierdoor wordt veel meer gewicht in de
schaal gelegd, dan wanneer in de vier gemeenten verschillende standpunten
wordt ingenomen. Het is de bedoeling, dat de dagelijkse besturen van Rauwer-
derhem, Utingeradeel en Idaarderadeel op 25 juni a.s. opnieuw bijeen zullen
komen, teneinde deze zaak verder uit te diepen. Het is bekend, dat het een
oud verlangen van Idaarderadeel is om zoveel mogelijk als eenheid naar buiten
op te treden. Dat is ons destijds niet gelukt.De situatie is sindsdien aan
zienlijk veranderd. De regionalisering en de herstructuering van de gemeen
ten is veel dichter bij gekomen. Men beseft thans dat het gaat komen. Hellicht
kan daardoor nu wat zakelijker op deze verschijnselen worden gereageerd.
Spreker deelt mee, dat het college gaarne bereid is te bevorderen zowel het
ene - de regionalisatie - als het andere - de herindeling van de gemeenten -
aan de orde te stellen in een vergadering van zo mogelijk de vier gemeente
raden. Hierbij moet dan wel worden opgemerkt, dat Baarderadeel zijn beslis
sing al heeft genomen. Spreker onderstreept nog eens, dat wij als platte
landsgemeenten in feite bijelkaar horen. Het gevaar zit er anders in, dat
de kleine gemeente onderdeel wordt van enkele zwaargewichten (Utingeradeel
bij de regio Heerenveen; Rauwerderhem bij de regio Sneek en Idaarderadeel
bij de regio Leeuwarden bijvoorbeeld).
Voorts wijst spreker er op, dat wat de gemeenschappelijke regelingen
betreft, er steeds weer sprake is van beslissingen ad hoe. Eet is dus niet
zo, zoals uit de gemeentebegroting blijkt, dat er sprake is van één op el
kaar afgestemd pakket van beleidsmaatregelen. Kat de raad met betrekking tot
een gemeenschappelijke regeling te doen heeft, is een bepaald bedrag be
schikbaar te stellen om een bepaalde zaak te laten marcheren. Er zit dus geen
enkele samenhang in. Hierdoor kan de raad er in tal van gevallen niets aan
af doen
Voorts vestigt spreker de aandacht op sommige gemeenschappelijke
regelingen, waaruit praktisch nooit een vergadering voortvloeit. Als voor
beeld noemt hij de huisvuil-ophaaldienst te water van de gemeente Smallinger-
land, Tietjerksteradeel en Idaarderadeel. Op zichzelf wel erg belangrijk,
maar toch behoeft omtrent deze aangelegenheid nimmer een vergadering te
worden belegd. Per brief wordt één keer per jaar deze zaak afgedaan. Een aan
gelegenheid aLs de distributie is in jaren niet aan de orde geweest. Vorig
jaar werd de distributie tijdens de energiekrisis echter ipeens weer actueel.
Het grote bezwaar dat spreker tegen de figuur van de gemeenschappelijke
regeling heeft, is, dat het allemaal beslissingen betreft, die zonder enige
samenhang met andere onderdelen van het gemeentebeleid wordt genomen.
De heer De Wolf kan het eens zijn met de door de voorzitter aan
gevoerde bezwaren. Maar daar staat tegenover, aldus spreker, dat bij het
toetreden tot een gemeenschappelijke regeling de gemeente zelf zijn keuze
kan maken met welke gemeenten het beste een dergelijke regeling kan worden
aangegaan. Bij regiovorming is de gemeente voor alle aangelegenheden aange
wezen op clie regio, waarbij het bepaald niet onmogelijk is, dat dit in be
paalde gevallen minder gunstig is. Voorts gelooft spreker, dat degenen, die
in een vertegenwoordigend orgaan van een gemeenschappelijke regeling zijn
gekozen een redelijk overzicht hebben van wat zich binnen die regeling
afspeelt met betrekking tot de beleidszaken.
- 20 -