-6-
Samenvattend volgt hieronder een overzicht van bovengenoemde wijzigingen in
de begroting 1976 t.o.v. die van 1975.
invloed
de bestemming van gunstig ongunstig
Algemene uitkering, 2e fase (de eerste fase,
het gebouw van gemeentewerken, is reeds ver
werkt in de concept begroting op volgno. 516,
en bijlage O) f 38.000,—
Eigen heffingen 98.000,
Winst gasbedrijf 112.000,
Afvoeren centrale begraafplaats 23.000,
Vervallen aanvullende uitkering f 141.000,
Idem beschikking over reserve 30.000,
Pont Bird 26.000,—
Onderhoudsuitkeringen wegen 13.000,
Arbeidstijdverkorting 32.000,
totalen f 271.000,— f 242.000,—
Onderwij sverqoedingen
Kleuteronderwijs
Hoewel de kosten van het kleuteronderwijs in beginsel ten laste van het rijk
komen, blijkt in de praktijk dat de rijksvergoedingen te laag worden vastgesteld.
Met name is dit het geval met de vergoeding per lokaal, welke vergoeding dient
ter dekking van de kosten van onderhoud, schoonhouden, verlichting en verwarming
van de schoollokalen. Voor 1976 blijkt ook nu weer een aanzienlijk bedrag van de
kosten van dit onderwijs door de algemene middelen van de gemeente te moeten
worden gedekt, zoals uit onderstaande cijfers moge blijken:
Kosten onderhoud en exploitatie openbare kleuterscholen f 76.375,-
Kosten leermiddelen, meubilair en overige uitgaven - 13.134,-
totaal f 89.509,—
Rijksvergoeding per lokaal f 56.100,
Idem per leerling - 15.823,- 71.923,
tekort f 17.586,—
De rijksvergoeding per leerling, waaruit o.m. de kosten van leermiddelen
moeten worden bestreden, is door het rijk in 1975 aanzienlijk verhoogd (van
f 34,naar f 50,en voor 1976 voorlopig vastgesteld on f 54,75. Wij hebben
in deze verhoging aanleiding gevonden om - zulks in afwijking van het advies van
de schoolraad, die een verhoging met 12% heeft voorgesteld -
het bedrag voor de leermiddelen voor 1976 eveneens extra te verhogen en vast
te stellen op f 32,50 (1975 f 22,50).
Basisonderwijs.
Voor 1976 heeft het rijk bij de vaststelling van de onderwijsvergoedingen
rekening gehouden met een prijsstijging van 4% en een loonsomstijging van 6,5%.
Omdat in het verleden bij de vaststelling van deze vergoedingen van een te lage
basis is uitgegaan, zijn daarnaast enkele extra verhogingen toegepast, n.l. een
verhoging van de lokaalvergoeding (exploitatie) met f 180,en een verhoging
van het bedrag per leerling met f 10,
Ondanks deze verbeteringen, is het ten laste van de gemeente blijvende be
drag voor het basisonderwijs aanzienlijk gestegen, zoals uit onderstaande cij
fers blijkt:
-7-