-2- bejaardenoorden, met name in de gesubsidieerde sector, waarin te Grouw moet worden gebouwd. Werd tot 1975 als norm gehanteerd, dat in het algemeen voor 10% van de bejaarden plaats moest zijn in een bejaardenoord, met ingang van 1975 is de toetsingsnorm geleidelijk aan het verschuiven naar 7%. In een brief aan de colleges van gedeputeerde staten deelde de staatssecretaris mede, dat hij voor zijn matigingsbeleid nog meer dan voorheen het geval was, de bouw plannen in de gesubsidieerde sector op hun werkelijke urgentie zou gaan toet sen. Hij kondigde aan, dat wanneer de kwantitatieve urgentienorm - voor 7% van de bejaarden moet ter plaatse of in de regio een goede plaats in een verzor gingshuis beschikbaar zijn - wordt overschreden, in de regel en zonder zwaar wegende tegenargumenten geen rijkssteun zal kunnen worden gegeven. Deze kwan titatieve norm zal evenzeer gelden voor vervanging van verouderde tehuizen (zoals voor Grouw het geval is)In bepaalde situaties, zo blijkt uit het voorgaande, ligt de beslissing dus niet bij het provinciaal bestuur, maar bij de staatssecretaris. (Zie mededelingen aan de raad van 8-4-1975 over: Gewijzigde voorschriften voor het stichten van bejaardenoorden.). De in oktober 1974 plotseling opgekomen dreiging, dat Idaarderadeel zijn ver ouderde en te klein geworden Friesma Eiem niet zou mogen vervangen, verdween dus slechts gedeeltelijk, toen gedeputeerde staten in november 1975 lieten weten, dat zij van de minister van C.Iï.M. toestemming hadden gekregen voor het afgeven van een verklaring van geen bezwaar. Twee kanttekeningen in mineur moeten n.l. bij deze mededeling worden ge plaatst: a. het oorspronkelijke plan van 98 bedden moest worden teruggebracht tot 71-73 gesubsidieerde bedden; b. door de staatssecretaris is uiteraard nog geen toetsing verricht aan de kwantitatieve urgentienorm van 7%. Het is met name deze nog te verrichten toetsing, die de situatie voor de verzorgende huisvesting van de bejaarden in Idaarderadeel enigszins hachelijk maakt. De mate van hachelijkheid zou naar evenredigheid kunnen stijgen met de tijd die wij nodig hebben, voordat een goedgekeurd bouwplan voor het toekennen van rijkspremie aan de kwantitatieve urgentienorm kan worden getoetst. Hoe verder wij-, door ons te veel bezig te houden met details, deze toetsing naar de toekomst verschuiven, des te kritieker wordt de situatie voor realisering van een verzorgingstehuis in Grouw. Op dit moment zijn al bijna vier maanden verloren gegaan en dit verlies kan nog aanzienlijk grotere vormen gaan aan nemen De minder gunstige situatie waarin de bouwplannen van Idaarderadeel verkeren, krijgt nog een extra accent door de economische moeilijkheden, die de regering noodzaken tot bezuinigingen op de overheidsuitgaven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1976 | | pagina 56