a. Zeals u bekend is, hebt u indertijd besloten, om op de plaats
naamborden uitsluitend de Friese benaming te bezigen.
Na dit besluit rees bij ons de vraag, of dit in verband met de
wegenverkeerswetgeving wel mogelijk was, vandaar dat wij de visie van
gedeputeerde staten in deze hebben gevraagd.
Uit het thans ingekomen antwoord moge blijken, dat gedeputeerde
staten van mening zijn, dat de Nederlandse namen niet zonder meer in
Friese namen kunnen worden gewijzigd. Daartoe zou nodig zijn een be
sluit van de raad, om de bestaande namen te veranderen.
Het verdient naar de mening van gedeputeerde staten aanbeveling,
de bestaande toestand, dwz. de Friese plaatsnaam onder de Nederlandse,
eerst maar te handhaven. Het college is abusievelijk van oordeel, dat
op de plaatsnaamborden in deze gemeente een dubbele benaming voorkomt.
Dit is niet het geval. Alleen de Nederlandse benaming is tot nog toe
gebezigd.
Het college acht het verder van belang, dat eerst de resultaten
worden afgewacht van de commissie, die een onderzoek instelt naar het
gebruik van het Fries in het officiële verkeer.
In verband met het vorenstaande wordt voorgesteld, de hierbedoelde
aangelegenheid voorlopig te laten rusten en de uitvoering van het
indertijd genomen raadsbesluit op te schorten.
b. Conform uw verzoek in de raadsvergadering van 10 februari j.l. hebben
wij het Koninklijk Verbond van Ondernemers gevraagd, of de dorpen Warga,
Roordahuizum en Wartena niet in het distributie-planologisch onderzoek
konden worden betrokken. Het verbond heeft daartoe met de winkeliers
verenigingen in die dorpen contact opgenomen. Op dit verzoek heeft
alleen de vereniging in Warga, zij het negatief, gereageerd.
Het C.I.M.K. heeft nu toegezegd enige extra aandacht te besteden
aan de uitkomsten van de consumenten-enquête in deze dorpen.
Het betreffende schrijven van de Bond ligt bij de stukken voor u
ter inzage.
