GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. 1725
7. Voorstel tot wijziging van de gemeen
schappelijke regeling Woonwagenschap
Friesland.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 4 juni 1976.
Zoals u bekend zal zijn, heeft de raad op 13 november 1973 besloten toe te
treden tot de gemeenschappelijke regeling ter bevordering van het maatschappelijk
welzijn van woonwagenbewoners in Friesland.
Met de vigerende regeling is nu anderhalf jaar ervaring opgedaan. In
deze tijd is gebleken, dat deze regeling op een aantal punten wijziging behoeft.
Tevens is een aantal opmerkingen, die indertijd door deelnemende gemeenten waren
gemaakt, in de wijziging verwerkt.
De thans door het Algemeen Bestuur van het woonwagenschap vastgestelde
wijziging betreft in hoofdzaak de volgende punten:
1. een nadere precisering van de categorie woonwagenbewoners tot welke de zorg
van het schap zich uitstrekt;
2. het scheppen van een iets grotere mogelijkheid tot bijsturing van het beleid
zonder dat dit iedere keer behoeft te leiden tot wijziging van de gemeen
schappelijke regeling;
3. het elimineren van enige historisch verklaarbare doch thans niet meer terzake
doende bepalingen;
4. het aanbrengen van noodzakelijke nadere precisering, aanvulling, wijziging
en weglating van een aantal begrippen en zaken.
Met betrekking tot de hierboven genoemde hoofdzaken van de wijziging van
de gemeenschappelijke regeling moge het volgende ter toelichting dienen
1. De Woonwagenwet kent twee aspecten. Enerzijds regelt zij een bepaalde woon
vorm en als zodanig strekt zij zich uit tot alle bewoners van woonwagens.
Anderzijds is het hoofddoel van de Woonwagenwet echter de bevordering van
het maatschappelijk welzijn van de woonwagenbevolking. In dit laatste ver
band wordt echter onder woonwagenbevolking niet alle bewoners van woonwagens
verstaan, maar slechts de traditionele woonwagenbewoners waarbij het wonen in
een woonwagen een onderdeel vormt van een eigen subcultuur en die zichzelf
veelal aanduiden met
de benaming "reizigers".
Het Woonwagenschap Friesland is niet in het leven geroepen om in inter
gemeentelijk verband een bepaalde woonvorm te regelen, maar om het maat
schappelijk welzijn van de woonwagenbevolking in het gebied van de deelnemen
de gemeenten te bevorderen.
Daar in het verleden tussen gemeenten en het schap hierover wel eens mis
verstanden hebben bestaan leek het wenselijk in de gemeenschappelijke
regeling duidelijk tot uitdrukking te brengen tot welke categorie van be
woners van woonwagens zich de zorg van het schap uitstrekt. Het is echter
bekend dat ook andere categorieën woonwagenbewoners met gelijke problemen
geconfronteerd kunnen worden als de "reizigers".
Om te verhinderen dat in bepaalde situaties deze woonwagenbewoners tussen
wal en schip vallen, is via artikel 4, lid 5, de mogelijkheid ingebouwd dat
de zorg van het schap zich in bepaalde, door het Algemeen Bestuur te beoor
delen gevallen ook over hen kan uitstrekken. De gedachten gaan hierbij met
name uit naar de in deze provincie overwinterende kermisreizigers, die naast
de woonwagen over geen andere huisvesting beschikken.