lü d. burgemeester en wethouders opdragen de bevolking te raadplegen, zoals in dertijd is toegezegd. De heer de Wolf zegt, dat in de laatste weken .in de gemeente veel rumoer is geweest over het zwembad en andere alternatieven en over de tijd, dat men op een dergelijke voorziening heeft gewacht. Er zijn mensen die zeggen, dat er al 25 jaar op een zwembad is gewacht, anderen noemen zelfs een termijn van 40 jaar. En dan kan men zich afvragen, waarom dat zwembad er nog nooit is gekomen. Twee jaar geleden had men toch een college, dat kon stoelen op een comfortabele meerderheid in de raad en bij wijze van spreken kon doen en laten wat hij wou. Daarom vraagt spreker zich af, waar de laatste spreker de euvele moed vandaan haalt om het nu zittende college^" dat het in twee jaar niet klaar gekregen heeft, wat andere colleges in geen 25 jaar gelukt is. Het is een goedkoop smoesje om te zeggen dat er financiën te kort waren, want een der leden van het college heeft nog onlangs gezegd: "Dat jild kost der altyd wol". Spreker vraagt hoe vaak het vorige college, waarvan de leden hier aanwezig zijn, tussen december 1973 en september 1974 elke maand in den Kaag op de stoep hebben gestaan, zoals van het zittende college wordt verwacht. Spreker vindt het jammer, dat het in al die jaren niet gelukt is, terwijl de toen zittende rege ring zodanig met subsidies strooide, dat grotere en kleinere gemeenten om Idaar- deradeel heen nu over zodanige accommodaties beschikken, die men in deze ge- meente ook graag wil hebben. Het argument, dat Idaarderadeel geen werkeloos heid heeft, gaat niet op. Leeuwarderadeel heeft dit ook niet. Er is gewacht, tot er een regering kwam, die het beleid ging veranderen en de zorgen ging con centreren op de grotere steden. En nu zit men daarmee. Nu moet de gemeente die voorziening hebben en spreker is het er mee eens, dat getracht moet worden die voorziening te krijgen. Maar in verband met de economische situatie en het tegen woordige subsidiebeleid is het nu wel veel moeilijker. Als de raad nu moet beslissen, is het moeilijk een wijs besluit te nemen. Er zijn acties geweest, er is een enquête gehouden. Spreker zegt respect te hebben voor een aantal mensen, die zien die inspanning getroost hebben. Hij heeft echter weinig bewondering voor de voorlichting, die daarmee gepaard is gegaan, want die vermindert de indruk van de enquête. Als^Se burger vraagt,of hij een zwembad wil, maar daarbij verzwijgt, dat de kans daarop vrijwel nihil is en ook de kosten niet noemt, dan is het niet eerlijk op die vraag een antwoord te ver wachten, waaraan degenen, die een beslissing moeten nemen, dan ook nog een be langrijke waarde moeten hechten. Over 't algemeen is men gauw geneigd voor een of andere actie te tekenen, zonder naar de consequenties daarvan te vragen. Spreker merkt op, dat een andere groep, die zich bijzonder goed geweerd heeft, die van de sportstichtingen is. Deze hebben bijzondere goede argumenten aange voerd, die spreker kan respecteren en waarderen, maar zij vertegenwoordigen slechts een deel van onze burgers. Spreker zegt, dat een andere vraag is, mag de raad beslissen over de vraag in hoeverre de burgers belast mogen worden met de las-" ten.Bij de onroerendgoedbeiastingen zal dit duidelijk tot uiting komen. Spreker denkt daarbij terug aan de geweldigde debatten,,die in de raad zijn gehouden over de verhoging van de reinigingsrechten met een of twee gulden per gezin. Dit was een bijna onoverkomenlijke drempel. Spreker zegt, dat hier vanavond gesproken wordt over een verhoging van belastingen in de orde van grootte tussen de f. 25,en vele honderden guldens per jaar. Spreker zegt de indruk te hebben ge kregen, dat de burgers dit niet allemaal zelf moeten dragen, omdat gesproken wordt over projecten, die met behulp van ACW-subsidies zullen worden gefinancieerd. Dat betekent ook, dat de gemeente zich gaat onderwerpen aan een soor1* ambtelijke willekeur. Want niemand 3:an een enigszins betrouwbare voorspelling doen wanneer dit ACW-subsid.ie uit de bus rolt. Spreker zegt, dat op dit ogenblik de indruk bestaat, dat een sporthal meer kans op subsidie maakt dan een zwembad, in welke vorm dan ook, en hij gelooft,dat dit dan de achtergrond is van de stellingname van het college om te zeggen: "Laten we proberen zo'n sporthal te krijgen".

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1976 | | pagina 21