-16-
Dit betekent, dat men bij realisering van een dergelijke voorziening zelf de
middelen zal moeten aanwijzen, Spreker zegt, dat het duidelijk is, dat burge
meester en wethouders een dergelijke voorziening niet naast een sporthal zien.
Daarom heeft het college een opening aangegeven, waarover de raad aan het einde
van dit jaar een plan zal worden voorgelegd en dat vooral geschikt zal zijn
voor de jeugd. Natuurlijk zal zo'n voorziening niet opwegen tegen de grote
plannen, die er nu liggen, maar de wal keert nu eenmaal het schip. Spreker zegt,
dat, gezien de opmerkingen die gemaakt zijn en de amendementendie zijn inge
diend, burgemeester en wethouders zullen trachten, de zaken op oen rijtje te
zetten en aan het einde van het jaar een plan voor een haalbare zwemvoorziening
aan de raad over te leggen.
Spreker meent thans op dit punt niet verder in details te moeten treden,
maar de raad zal hieruit wel begrijpen, dat het onderzoek zal gaan in de rich
ting van een openluchtvoorziening. Spreker zegt, dat het college zich er van
bewust is, dat dit verhaal bij de zwemlustigen van Idaarderadeel met gemengde
gevoelens zal worden ontvangen, maar men moet zich er van bewust zijn, dat een
te groots en te hoog gegrepen ideaal niet reëel is en men ook oog moet hebben
voor andere voorzieningen. Spreker hoopt, dat men vanavond tot een bewuste keus
komt, die hopelijk op langere termijn de juiste zal zijn geweest.
Hij zegt, dat de gemeentebegroting wel enigszins flexibel is, maar niet van
elastiek en men moet vooral in de gaten houden, dat er voor de noodzakelijke
kleine wensen en vragen financiële ruimte moet blijven. Spreker meent, dat
vanuit deze argumenten en de keiharde cijfers het niet langer verantwoord
is de bevolking op te schepen met een plan, dat tot nog toe niet meer dan een
illusie is geweest.
Hierna gaat spreker over tot de beantwoording van de gemaakte opmerkingen.
Spreker zegt, weinig moeite te hebben met de opmerking van de heer van Essen.
Sprekers betoog overlapt die opmerkingen grotendeels. De heer van r,ssen, mede
sorekende namens mevr. Kooistra en de heer Zwart, legt de prioriteit duide
lijk bij de sporthal. Spreker zegt, dat met de sportstichtingen is gepraat en
bij de laatste bijeenkomst in nobel Oostergoo hebben de gezamenlijke sport
stichtingen duidelijk de uitspraak gedaan, die volkomen overeenkomt met het
geen burgemeester en wethouders in het voorstel in de raad hebben vermeld.
Spreker merkt op, dat de heer Knossen met zijn betoog voor een groot deel
achter de heer van Essen staat. Hij vindt het een eerlijk standpunt, wanneer
men voor een zwembad uitkomt, maar daarbij tevens de haalbaarheid in twijfel
trekt. De heer van Belle heeft het advies van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten aangeroerd en erop gewezen, dat, wanneer je met sportstichtingen
praat, dit een georganiseerde groep is. Natuurlijk blijft de behoefte aan een
zwembad aanwezigDe handtekeningenactie geeft dat duidelijk aan, hoewel
spreker enige reserve heeft ten opzichte van de tekst. Het was beter geweest,
dat de bevolking een keuze had kunnen doen tussen de drie mogelijkheden.
Spreker zegt, dat de mogelijkheden, cm een uitkering via de mavo te krijgen,
door burgemeester en wethouders zijn afgetast, Burgemeester en wethouders hebben
echter eerst een duidelijke uitspraak van de raad willen afwachten, voordc.t
verdere stappen worden ondernomen.
Spreker acht het niet verstandig op de politieke opmerkingen van de heer Scher
mer, gedaan namens 3 leden van zijn fraktie, - er komt dus duidelijk verbetering-
in te gaan. Spreker zegt dat het begrijpelijk is, dat men blijft pleiten voor
een in het verkiezingsprogram opgenomen voorziening, die gepland is met een te
kort van f. 29,000,bij een gebruik van 100.000 baden. Wanneer men op een
dergelijke optimistische wijze is voorgelicht, dan is het reëel voor degenen,
die niet in de Gemeentelijke Keuken kunnen kijken, om dit plan zonder meer
over te nemen in het verkiezingsprogram. Spreker meent, dat het opportunis
tisch is vast te houden aan een verkiezingsprogram, wanneer de cijfers duidelijk
aangeven, dat deze voorziening voor deze gemeente niet haalbaar is.
Dan komt de gewetensvraag naar voren in hoeverre het verantwoorden is program-
breuk" te zetten naast "reël politiek bestuurlijk de zaak te benaderen". De heer
Vledder heeft gezegd, eerst hele grote wijzigingen te willen zien, alvorens hij