-20-
dan wel afvragen of dat beleid zo geweldig is geweest. Dit is moeilijk te be
oordelen, maar spreker zet er wel een vraagteken bij.
Spreker zegt tot. de heer Vledder, dat het dwars door alles heen nadagen van een
doel, dat niet bereikbaar is, ook een vorm van kiezersbedrog is, ook al krijgt
men er applaus mee.
De heer Vledder"Dat is net oantoand"
Wethouder Draisma: ;'De heer Vledder heeft geen behoefte aan cijfers. Die
maken te veel duidelijk"
De heer de Wolf: "De heer Vledder heeft soms behoefte aan cijfers, als het
er om gaat zijn eigen beleid te verdedigen. Komt een ander met cijfers, waaruit
blijkt, dat het beleid moet worden omgebogen, dan is het een brij, waar niet
uit te komen is".
Spreker wil graag, dat de grote lijnen in het oog worden gehouden. Men weet, dat
zelfs bij een A.C.W.-subsidie van 75% het tekort al f. 2.50.000,bedraagt.
De heer VledderHet scheelt f. 30.000. Daar hoeft in deze situatie niet
over gesproken te worden.
De heer de Wolf zegt, dat het verschil van f. 30.000,geldt bij een A.C.W.-
subsidie van 95%. Is het reëel, als geen artikel 12-gemeente, te eerwachten, aat
de gemeente 95% subsidie krijgt. Spreker handhaaft zijn mening, dat het kièzersbe-
drog is om vast te houden aan een plan, dat veel te optimistisch is opgezet en
om dan ook nog te suggereren, dat het wel haalbaar is. Spreker zegt, nog geen
antwoord te hebben gekregen op zijn vraag, of een sporthal in een gemeenschappe
lijke regeling kan worden ondergebracht. Ook wil spreker graag horen, waarom
een A.C.W.-subsidie voor een zwembad kleiner is dan voor een sporthal. Voorts
vraagt spreker hoevaak het college tussen december 1973 en september 1S74 naar
Den Haag is geweest om voor een zwembad te pleiten.
De heer Vledder"Nul keer"
De heer de Wolf meent, dat dit de kritiek, die de heer Vledder op dit col
lege heeft, wel in een bepaald licht stelt. Spreker wil verder graag weten, welk
jaarlijks tekort voor de gemeente verantwoord is. Stel^dat het tekort van een te
realiseren zwembad f. 250.000,wordt. Het is niet moeilijk dat uit te vinden.
Vinden burgemeester en wethouders dat ook verantwoord. Tenslotte vraagt spreker^
wanneer een A.C.W.-subsidie voor een plan wordt ontvangen, of men verplicht is
dat plan uit te voeren.
De heer Meester zegt, dat het zwembadplan er ligt. Wanneer nu .ook een plan
voor een sporthal wordt ingediend, mag men dan zelf kiezen wat men wil uitvoer
en bij toekenning van een subsidie.
De voorzitter antwoordt, dat de gemeente ieder jaar de prioriteit moet in
dienen.
De heer Meester meent, dat het dan het beste is twee plannen op te sturen,
want over 2 jaar is er een nieuwe raad en die kan wel een andere keus maken.
De heer Knossen merkt nog p,dat hij het niet met de heer Vledder eens is.
In het program van zijn partij is niet over een overdekt bad gesproken, maar
over een reële zwemvoorziening.
De heer Schermer vraagttof een overdekt bad geen reële zwemvoorziening is.
Wellicht praat de heer Knossen over een kleuterbad.
De heer Knossen zegt, dat de heer Schermer wel weet, wat hij bedoelt. Spreker
wil toch nog een woord van afkeuring.
De heer Schermer: "Yn'e tobbe, dat is jo reële simgelegenheit"
De heer Knossen'Ik argumenteerje net mear"
Wethouder Draisma: De spreker beantwoordende, zegt, dat hij geen lichte dis
cussie had verwacht. Dit zou te naief van hem zijn geweest. Wel had spreker een
zakelijke discussie verwacht en hij meent, dat de eed van belofte, die de raads
leden hebben afgelegd, dat ook vraagt. Spreker zegt tot zijn spijt de indruk te
hebben gekregen, dat van een bepaalde zijde dit toch serieuze werk op een bepaalde
manier gebagatelliseerd wordt. Men kan nu wel zeggen, dat burgemeester en wet
houders een stuk verantwoordelijkheid naar de raad willen afwentelen om straks te
