yy 3 Voorstel inzake de bouw van een zwembad c.q. een sporthal. GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW no Aan de gemeenteraad. Grouw, 3 sep.1976 1976 Nadat de sportstichtingen en de zwembadcommissie waren gehoord, werd in uw vergadering van 8 mei 1973 in beginsel besloten tot de bouw van een overdekt zwembad te Grouw, onder bepaling, dat na realisering van dit bad de bouw van een sporthal voorrang moest hebben boven de bouw van een openluchtbad. Naar aanleiding van dit raadsbesluit is door ons cantact opgenomen met de Verenigde Sportfondsenbaden n.v. te Amsterdam, die op ons verzoek een program van eisen, een investeringsbegroting en een exploitatiebegroting heeft samen gesteld. Uit de betrokken stukken bleek, dat met de realisering van het plan een investering zou zijn gemoeid van f. 1.900.000,terwijl het jaarlijkse tekort bij 100000 baden gesteld moest worden op f. 29000,Bij de calculatie van dit tekort was rekening gehouden met een A.C.W.- subsidie van 95%. In uw vergadering van 18 december 1973 werd besloten, voor de stichting en exploitaite van het bad de N.V. Sportfondsenbad Idaarderadeel op te richten en het plan ter verkrijging van rijkssubsidie aan te melden bij de A.C.W. In januari 1974 werd het plan toegezonden aan de Regionaal Inspekteur van de Volksgezondheid en aan het Adviesorgaan voor bad- en zweminrichtingen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. In maart 1974 adviseerde laatstgenoemd orgaan met klem, dat, indien er sprake zou zijn van een open keuze tussen een kleine overdekte en middel grote openlucht zweminrichting, overgegaan zou worden tot de bouw van een openlucht voorziening Nadat aan enkele opmerkingen was voldaan verklaarde genoemde inspekteur zich met het plan akkoord. Het adviesorgaan van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten kon echter, op grond van het feit, dat nog niet in voldoende mate was voldaan aan het gestelde in de toelichting op de rijkssubsidieregeling,niet tot een eindad vies komen.Nogmaals werd van die zijde er op gewezen, dat de exploitatie-uitkomsten van een overdekt bad ongunstiger waren dan die van een openluchtbad. Naar aanleiding van vooral de negatieve reacties van de Vereniging van Neder landse Gemeenten en de toen optredende energiekrisis, hebben wij in november 1974 gemeend, er goed aan te doen, de exploitatie- en investeringscijfers van 1973, gebasseerd op 100000 baden, te herzien en te toetsen aan de realiteit. Gezien de uitkomsten van dit interne onderzoek, en het negatieve advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hebben wij het voorts nuttig geoordeeld, een bespreking te i beleggen met de V.N.G. en N.V. Sportfondsenbaden. Deze bespreking heeft plaats gehad op 12 december 1974 in Den Haag. In deze bespreking is van de zijde van de V.N.G. er nogmaals op aangedrongen in de nieuwe opzet te betrekken de eventuele exploitatie- en investeringscijfers van een openluchtbad. Naar aanleiding van deze bespreking hebben wij op 2 januari 1975 aan de Sport fondsenbad N.V. opgedragen, naast het herzien van de oorspronkelijke exploitatie- en investeringscijfers van het overdekte bad, ook een overzicht op te stellen van een openluchtbad, uitgaand van twee situeringen: a. de oorspronkelijke plaats. b. ten noorden van Grouw. In februari 1975 ontvingen wij naar aanleiding hiervan: A. Investeringsbegrotingen voor een overdekt zwembad, een openluchtbad en een openluchtbad op een alternatieve plaats.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1976 | | pagina 59