-4- Een sportzaal is een zaal met een obstakelvrij speeloppervlak van tenminste 16 x 28 m2 448 m2, met boven de gehele oppervlakte een obstakelvrije hoogte van tenminste 7 meter. In dit verband is het nog van belang, op te merken, dat een gymnastieklokaal volgens het rijk een oefenruimte is, in het bijzonder bestemd voor het geven van onderwijs in de lichamelijke ^efsting bij het lager of voortgezet lager onderwijs, van minimaal 10 x 20 rn 200 m 2 en maximaal 12 x 21 m2 252 m2. De lokalen in onze gemeente hebben de volgende oppervlakte: Gymnastieklokaal aan de Stationsweg te Grouw 162 m2 Scnoustrastrjitte te Grouw 242 m2 te Roordahuizum 252 m2 te Wartena 200 m2 te Warga 252 m2 Gymnastieklokalen moeten 5.5 meter hoog zijn. Uit de door de Tweede Kamer gestelde vragen, welke in juni 1975 door de minister van onderwijs en wetenschappen werden beantwoord, blijkt, dat bij een gymnastiek lokaal het zwaartepunt ligt bij het geschikt zijn voor het onderwijs in de licha melijke oefening, terwijl dit bij de andere twee accommodaties ligt op het veel soortig gebruik. voor de sport. Bij het gebruik van een sporthal/~zaal voor het onderwijs in lichamelijke oefening speelt juüde hoogte een grote rol. Door middel van speciale instal laties voor onder meer de ringen, wordt getracht, aan de eisen van het onder wijs tegemoet te komen. De mening van de betrokken onderwijsinspekteurs is hier van veel belang. 2Waarvoor is een sporthal/-zaal geschikt? Globaal kan het volgende overzicht worden aangehouden. avoor gymnastiekonderwijs, mits met de eisen Van de onderwijsinspekties re kening wordt gehouden (b.v. tot 5.5 meter beperkte hoogte voor bepaalde toe stellen, mogelijkheid om hal of zaal af te scheiden door een vouwwand enz.); b. voorzover een sportzaal betreft: behalve voor het onder a genoemde onder wijs, voor volleybal, basketbal en badminton; c. voorzover een sporthal betreft: behalve voor de onder a en b genoemde akti- viteiten onder meer voor tennis, zaalhandbal, microkorfbalzaalhockey en zaalvoetbal. De onderstreepte sporten worden momenteel reeds door verenigingen in deze gemeente beoefend. 3. Aan welke accommodatie is in deze gemeente behoefte? Hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen: a. het onderwijs. b. het verenigingsleven. Ad. a. Er zijn thans aanwezig 5 gymnastieklokalen waarvan 4 dateren van na 1964. en 1 oud lokaal te Grouw, daterend van 1922. De inspekteur van de volks gezondheid heeft in februari 1973 medegedeeld, dat er nog geen reden was, tot sluiting van dit oude lokaal over te gaan. Alle lokalen zijn indertijd gesticht ten behoeve van het onderwijs en wer den daarnaast uiteraard ook door de verenigingen gebruikt. Gezien het doel, waarvoor de lokalen zijn gesticht, wordt door het rijk een vergoeding aan de gemeente betaald op grond van Financiële-Verhoudingswet (uitsluitend voor basisonderwijs) Deze vergoeding bestaat uit twee elementen: a. een vergoeding in de kosten van rente en afschrijving; b. een vergoeding - per klokuur berekend - voor het gebruik (exploitatie) De vergoeding voor de kapitaallasten wordt voor die lokalen, welke bij een bepaalde school voor basisonderwijs behoren (A- lokalen) bepaald naar de genormeerde stichtingskosten in een bepaald jaar.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1976 | | pagina 65