-3- bestuur- bevolking wordt het meest bedreigd door de regiovormingde vierde bestuurslaag. En het gevaar voor de vergroting van de afstand tussen bestuur en bevolking is bij de regio veel groter dan bij grotere gemeenten. Wat het verschijnsel regio betreft, ziet spreker voordelen om gemeenten sterker te maken en daardoor de regiovorming tegen te gaan. Spreker zegt, dat, gezien vanuit het standpunt van Idaarderadeelhij de behoefte aan een grotere gemeente niet ziet. In't algemeen kan spreker zich indenken, dat die behoefte wel bestaat. Daarom wil spreker zich niet aansluiten bij de stellingnarae van de heer Vledder, die uit sluitend negatief reageert.,evenals de heer de Boer. Hij stelt voor gedeputeerde staten te schrijven, dat de raad de behoefte aan herindeling niet ziet, maar wanneer deze herindeling,om redenen die de gemeente niet in do hand heeft, door moet gaan, de raad vrede kan hebben met het voorstel van gedeputeerde staten. De heer van Belle ziet ook niet het grote belang van de regeling, omdat een criterium van 10000 inwoners wordt gehanteerd, van welke getalsnorm deze gemeen te maar weinig afwijkt. Toch meent spreker, dat de stallingname, dat bij 10000 inwoners de bestuurskracht groter wordt, wel kan gelden. Zo zal het ambte lijk apparaat minder kwetsbaar worden en zich meer kunnen specialiseren, hetgeen in kleine gemeenten onmogelijk is, laat staan, dat de ene ambtenaar de ander kan vervangen. Het gevaar bestaat, dat de afstand bestuurder-bevolking en ambtenaar-bevolking te groot wordt. Bij 10000 inwoners is dat gevaar nog niet zo groot. Blijft men zitten met kleinere gemeenten, dan is het gevaar, dat men in de toekomst een grotere ondoorzichtigheid krijgt. De gemeenten hebben meer taken gekregen, die ingewikkelder zijn geworden. Trouwens de gehele democratie bij de gemeenten wordt ondoorzichtelijkerDat kleinere gemeenten niet zelfstandig kun nen blijven, kan men zien aan de samenwerkings- en regiovorming. Het gevaar is, dat het voor de bevolking niet meer te overzien is. Daarom is het nuttig te zorgen voor gemeenten, die krachtig genoeg zijn. Misschien is dit voer Idaar deradeel niet zo nodig. Overigens kan spreker zich voorstellen, dat de samen werking in de oostelijke middengemeente we1 voor de hand ligt, omdat zij qua structuur veel gemeen hebben. De heer Knossen zegt zich het best in de standpunten van de heren de Wolf en van Belle te kunnen vinden, omdat hij meent, dat er geen regiovorming moet komen. Dat herindeling in Idaarderadeel niet nodig is, gelooft spreker niet direct. Spreker dacht, dat het wel nodig was, dat de plattelandsgemeenten de krachten wat meer bundelden, om verschillende zaken tot stand te kunnen brengen. Wil men op het platteland sterkere voorzieningen hebben, dan zal er samenwerking moeten komen. De voorzitter meent, dat het hier een taak betreft, die het college niet enthousiast heeft gemaakt. Het standpunt van het college is bekend, zoals uit het voorstel blijkt. Populair gezegd komt het hier op neer: "Voor ons hoeft het niet". Wil men toch, dan maar met verwante plattelandsgemeenten, die qua structuur en mentaliteit er bij passen, zoals UtingeradeelDit is de opvatting van het college en spreker dacht zo uit de discussie tussen de regels door te hebben beluisterd, dat deze opvatting over't algemeen ook bij de raad leeft. Spreker zegt bij enkele opmerkingen, die zijn gemaakt, kanttekeningen te willen plaatsen. Over de regiovorming kan men verschillend denken. De raad heeft besloten hieraan mee te werken, omdat er een aantal taken van boven- gemeentelijke struktuur zijn, die een gemeente van deze omvang niet zelfstandig kan oplossen of vervullen. Daarvoor kan worden verwezen naar de vele gemeen schappelijke regelingen, totaal 16 stuks, die in de loop der jaren zijn aan gegaan. Dit duidt er op, dat men, vanuit dit standpunt benaderd, de regio vorming wat voorzichtig moet behandelen. Die gemeenschappelijke regelingen liggen her en der verspreid. Het zijn alle ad hoe beslissingen, die niet vanuit een gemeenschappelijk beleid worden benaderd en beoordeeld. Om dat te kunnen reorganiseren, zou het van belang zijn, dat men die regelingen samenbracht in één Samenwerkingsorgaan van groepen gemeenten op basis van een gemeenschappe lijke regeling. En dat orgaan zou men dan de naam van regio kunnen geven. Dit is een voorbeeld van regiovorming. In principe heeft de heer de Welf gelijk, wanneer hij zegt, hoe krachtiger gemeenten, hoe minder regiovorming. Dit is waar, maar ook bij gemeenten van 20-30.000 inwoners is een samenwerkingsvorm onvermijdelijk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1976 | | pagina 7