Mededelingen.
a. In de vacature van adjunct-commies A bij de sociale dienst, ontstaan door
het door de heer B.J. de Vries gevraagde ontslag wegens benoeming elders,
is door ons voorzien door de benoeming per 1 december a.s. van de heer
G. Hakze te Leeuwarden.
b. In verband met de toeneming der werkzaamheden is het noodzakelijk, het
personeelsbestand van de afdeling Interne Zaken uit te breiden met een
adjunct-commies of een adjunct-commies h. De financiële gevolgen zullen
in de begroting voor 1977 worden geraamd.
Gezien de urgentie van deze aangelegenheid hebben wij inmiddels een oproep
voor sollicitanten geplaatst.
c. In uw vergadering van .23 december 1975 hebt u besloten, in beginsel mede
werking te verlenen aan een bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker.
In verband hiermede hebben wij indertijd de directeur van het Laboratorium
voor de Volksgezondheid in Friesland gevraagd, op welke leeftijd een der
gelijk onderzoek betrekking moet hebben en welke financiële consequenties
hieruit voor de gemeente voortvloeien.
Uit het voor u ter inzage liggende antwoord blijkt, dat de richtlijnen,
die van hogerhand (Centrale overheid en de Nederlandse Patholoog
Anatomen Vereniging) terzake zullen werden uitgevaardigd, nog niet vol
doende vaststaan. Wel is vastgesteld, dat het onderzoek betrekking zal
hebben op vrouwen in de leeftijd van 35 - 55 jaar, dat het onderzoek een
maal in de drie jaar zal plahts hebben en dat de kostprijs thans f 20,
per persoon bedraagt.
De situatie is momenteel zo, dat verschillende vormen van bevolkings
onderzoek zich nog in een experimenteel stadium bevinden. Zo wordt ten
aanzien van een bevolkingsonderzoek op hart- en vaatziekten een afwach
tende houding aangenomen.
Op initiatief van het ministerie van volksgezondheid en milieu
hygiëne vinden thans drie proefonderzoeken plaats op baarmoederhalskanker
vanuit Utrecht, Nijmegen en Rotterdam. De Provinciale Raad van de
Volksgezondheid in Friesland staat op het standpunt, dat terwille van een
goede opsporing en een adequate behandeling en begeleiding van de op
gespoorden een uitbreiding van deze gebieden moet worden afgewacht.
Deze Raad acht het in het algemeen raadzaam, dat alvorens van
gemeentewege aan enig bevolkingsonderzoek medewerking wordt verleend,
informatie omtrent recente ontwikkelingen wordt ingewonnen bij de
Geneeskundig Inspekteur van de Volksgezondheid of bij het bureau van de
Raad.
Indien op grond van opgedane ervaringen in de opvattingen met be
trekking' tot het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker zich in de
nabije toekomst wijzigingen voordoen, dan zal de Provinciale Raad voor
de Volksgezondheid in Friesland u hiervan op de hoogte stellen, (zie
overgelegde brief van 13 januari 1976)
Samenvattend kan worden gesteld, dat het hierbedoelde bevolkings
onderzoek zich nog in een experimenteel stadium bevindt en dat uit
eindelijk gestreefd wordt naar een landelijk beleid inzake het opsporen
en genezen van de ziekte (zie ook overgelegde kopie uit "'De Nederlandse
Gemeente" van 16 januari 1976, waarin vragen van kamerleden worden
beantwoord door de staatssecretaris)
Het wachten is mitsdien op een landelijke organisatie, waarin de
locale organisaties zullen moeten worden ingepast.