Spreker zegt, dat het onderhoud van het terrein te Grouw bij de gemeente blijft. Voor de overige dorpen komt dit ten laste van de betreffende vereni gingen. Spreker is het met de heer van Belle eens, dat het te betreuren is, dat men in Grouw niet heeft kunnen opbrengen, wat in de andere dorpen wel mo gelijk bleek. De speeltuinvereniging in Grouw heeft echter met 2 speelplaatsen de handen meer dan vol. De heer Meester zegt, dat het punt afrastering hem ook zwaar op de maag ligt. Spreker vraagt verder of de B.T.W. in het beschikbaar gestelde bedrag van f5000begrepen is De voorzitter antwoordt, dat de B.T.W. er nog over heen komt... Er mag f. 5.000,— worden geïnvesteerd. De heer van Essen, merkt op,-dat in Roordahuizum ook een grote sloot rond om het speelterrein ligt met een dichte beplanting. Kan dit ook in Grouw?. Een goede beplanting is vaak beter dan een hek. De voorzitter vraagt zich af,waar het einde is. Wanneer langs het Nieuwe- diep een beplanting wordt aangebracht, dan moet men dat ook aan de straatzijde doen. Spreker vindt.dat men de zaak overdrijft.. Dit lijkt nergens meer op. De heer van Belle vindt een afrastering^ niet overdreven. Wanneer men een zandbak met attributen aanlegt,dan geeft men aan, dat daar kleine kinderen kunnen spelen Een groenstrook met beplanting geeft niet alleen meer beschut ting maar ook extra veiligheid. De heer de Boer merkt nog op, dat de kleine dorpen er niet mee op de hoogte waren.dat zij zelf met initiatieven moesten komen. De suggesties komen nu los. Spreker maakt er een voorstel van om ook de kleine dorpen naar verhouding een uitbreiding van hun speelwerktuigen te geven, welk voorstel niet voldoende wordt ondersteund, zodat het geen deel uitmaakt van de discussie. Wethouder Draisma zegt, dat de raad niet de indruk moet krijgen, dat burgemeester en wethouders geen bezorgdheid hebben voor de kleine kinderen. Maar wanneer tussen het speelterrein en het Nieuwediop een strook van 25 meter diep ligt dan vindt spreker het geen noodzaak een soort afrastering aan te brengen. Spreker zegt, dat in eerste instantie de ouders verantwoordelijk zijn voor hun kinderen. Wanneer de laatstenniet alleen vertrouwd zijn,dan moeten de ouders er bij blijven. De heer Schermer zegt, dat hij zijn voorstel om een afrastering in zoverre wil wijzigen, dat hij genoegen neemt met een dichte beplanting, welk voorstel voldoende wordt ondersteund en met 8-3 stemmen (die van de heren wethouder Draisma, Knossen en de Wolf tegen) wordt aangenomen. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt dan, met inachtneming van deze wijziging, zonder hoofdelijke stemming aanvaard. Voorstel tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit ex. art. 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, (bouw bedrijfsruimte Wartensterdyk 8 te Warga. Mevrouw T. Kooistra - de See merkt op, dat er bij de stukken 2 tekeningen ter inzage liggen, waarop verschillende plaatsen zijn aangegeven. Spreekster heeft toen een onderzoek in loco ingesteld en geconstateerd, dat de kelder al klaar was. Zij vraagt zich af, waarover nu nog een besluit moet worden ge nomen De voorzitter antwoordtdat er geen onderhandse toezegging is gedaan. Aanvrager heeft dan niet juist gehandeld. De heer de Wolf zegt het op prijs te stellen, dat de op te leggen voor waarden waren bijgevoegd. Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel besloten. Voorstel cot wijziging van het raadsbesluit d.d. 10 februari j.l. inzake ga rantie van geldleningen. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor stel besloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1976 | | pagina 7