Belastingen enz.
Voor de herziening van de gemeentelijke heffingen wordt door het rijk
voor 1977 een verhoging van 7% toelaatbaar geacht, tenzij kan vjorden aan
getoond, dat er financiële tekorten ontstaan, die later niet meer kunnen
worden ingehaald.
Op grond hiervan zullen aan u een aantal voorstellen tot verhoging van
de tarieven worden overgelegd. De meeropbrengst als gevolg van de verhoging
van de tarieven en meerder
gebruik enzis
als volgt:
raming
raming
meer
1976
1977
opbrengst"
bruggelden
f 12.500,—
f 15.000,—
f 2.500,—
steigergslden
12.000,—
12.850,—
350,—
huur steigers
23.225,—
26.200,—
2.975,—
huisvuilrechten
119.250,—
129.600,—
10.350,—
bedrijfsafval
51500
59.500,—
8.000,—
ledigen beerputten
2.750,—
3.150,—
400,—
veergelden
13.750,—
15.000,—
1.250,—
woonforensenbelasting
65.900,—
72.225,—
6.325,—
hondenbelasting
21.000,—
21.750,—
750,—
f 321.875,—
f 355.275,—
f 33.400,—
Belastingen op het onroerend goed.
a. Opbrengst. In uw vergadering van 19 augustus 1975 is besloten, met ingang
van 1977 de belastingen op het onroerend goed in deze gemeente in te voeren.
Zoals u bekend is, vervallen hierdoor met ingang van dat jaar een aantal
rijks- en gemeentelijke belastingen, t.w.
de grondbelasting
de personele belasting
de wegbelasting
de rioolbelasting
In afwachting van meer definitieve cijfers omtrent de waarde in het
economisch verkeer van de onder de belasting vallende percelen (gebouwde
eigendommen) is een voorlopig tarief vastgesteld - per f 3.000,waarde -
van f 4,25 voor de gebruikers en f i0,25 voor de zakelijk gerechtigden van
de percelen.
Uitgaande van de thans beschikbare gegevens en de voor 1976 geldende
tarieven, vervallen met ingang van 1977 voor de belastingplichtigen,
de volgende lasten:
voor de gebruiker: de personele belasting f 270.300,
voor de zakelijk gerechtigde: de grondbelasting
de wegbelasting
de rioolbelasting
f 270.300,—
in totaal f 918.408,
Van deze heffingen kwam ten bate van de gebruiker:
gemeente totaal f 824.077,f 243.800,
het rijk f 94.331,— f 26.500,—
Voor een specificatie wordt verwezen naar bijlage I.
Zoals wij reeds in ons voorstel van 1 augustus 1975, no. 6, hebben op
gemerkt, is de gemeente bij het bepalen van de gewenste opbrengst gebonden
aan bepaalde maxima. Deze maxima worden afgeleid van het bedrag van de al
gemene uitkering uit het gemeentefonds, nadat deze uitkering is verminderd
met 80% van de kosten van sociale zorg. Rekening houdende met een voorschot
uitkeringspercentage van 4.76, bedraagt deze uitkering momenteel
f 4.156.870,(zie bijlage II).
f 142.357,—
- 267.240,—
- 238.511,—
f 648.108,—
eigenaar
f 580.277,—
f 67.831,—