-6-
ontstonden.- is in 1974 de zogenaamde commissie Londo ingesteld, welke com
missie inmiddels een eerste advies heeft uitgebracht.
Daarbij is onder meer vastgesteld, dat er, aan de hand van een op te
stellen programma van eisen,gekomen moet worden tot een juiste vergoedings
regeling, In afwachting van dit onderzoek zou echter reeds een begin moeten
worden gemaakt met het wegwerken van bepaalde achterstanden, o.a. op het ge
bied van de kosten van schoolbegeleiding, de gemeenteclassificatie enz.
Gevreesd moet worden dat een en ander nog zeer veel tijd zal vergen
en dat de gemeenten nog lang met onderwijstekorten zuilen worden geconfron
teerd.
Voor 1977 is het rijk bij het vaststellen van deze onderwijsvergoedingen
uitgegaan van een loonsomstijging van 6,5% en een verwachte prijsstijging
van 4%. Teneinde door een reële verhoging van de uitkering te komen tot een
vermindering van de onderwijstekorten bij de gemeenten is daarnaast het zoge
naamde bedrag per leerling verhoogd met f. 17.75.
Dat ook in onze gemeente de rijksvergoeding voor de exploitatiekosten
(onderhoud en exploitatie gebouwen, aankoop meubilair en .leermiddelen, als
mede bijkomende kosten als schoolzwemmen, schoolbegeleiding, vakonderwijs
enz. enz.), ondanks deze extra verhoging, onvoldoende is om de uitgaven te
dekken, moge blijken uit onderstaande cijfers. De cijfers hebben betrekking
zowel op het openbaar- als het bijzonder basisonderwijs.
uitgaven rijksvergoeding dekkingspercentage van
de rijksvergoeding.
1975 f. 310.282,— f. 276.056,— 88,96%
1976 - 371.413,— - 309.248,— 83,26%
1S77 - 422.073,— - 348.415,— 82,56%
Uit deze cijfers blijkt, dat in 1977 de uitgaven voor het basisonderwijs
de rijksvergoedingen met ruim f. 73.500,zullen overtreffen.
Wij merken nog op, dat een deel van de onderwijsvergoeding wordt bere
kend per leerling (zie bijlage J)Van het per leerling in 1977 beschikbaar
gestelde bedrag van f. 207,is, volgens de door het rijk verstrekte speci
ficatie, f. 32,42 bestemd voor dekking van de kosten van de zogenaamde rand-
voorzieningen en f. 50,23 voor de kosten van het vakonderwijs. Tot de
kosten van de randvoorzieningen behoren onder meer de kosten van de onder
wijsbegeleiding, schoolzwemmen, godsdienstonderwijs enz.
Uit de begroting blijkt, dat in deze gemeente aanzienlijk meer wordt
uitgegeven aan deze randvoorzieningen dan de rijksvergoeding bedraagt, ter
wijl dit bij de kosten van het vakonderwijs juist omgekeerd is:
randvoorzieningen; uitgaaf f. 60.930,rijksvergoeding f. 30.313,
tekort f. 30.617,
vakonderwijs uitgaaf: f. 8.605,rijksvergoeding f. 46.965,over
schot f. 38.360,
In totaal gezien is er dus thans op deze twee onderdelen nog een over
schot van (rond) f.7.700,
Voor de toekomst is echter belangrijk, dat in 1974 in de Lageronder-.
wijswet een artikel is opgenomen, dat beoogt de salarissen van vakonderwijzers
evenals die van de andere onderwijzers, rechtstreeks door het rijk te laten
vergoeden. Omtrent het aantal uren,dat vakonderwijs zou moeten worden gegeven,
zouden nadere regelen moeten worden gesteld. Dit artikel treedt op een nog
nader te bepalen tijdstip in werking. Na de inwerkingtreding zal de gemeente
de kosten van het vakonderwijs dus rechtstreeks van het rijk terugontvangen.
Het gevolg is echter wel, dat bovengenoemd overschot van rond f. 38.000,--, dat
thans wordt gebruikt om tekorten in de andere sectoren van het lager onderwijs
op te vangen, vervalt, en het tekort op dit onderwijs met genoemd bedrag zal
toenemen.
Overeenkomstig het advies van de schoolraad stellen wij u voor het kre
diet voor de aankoop en het onderhoud van leermiddelen voor 1977 te verhogen
met 10% en te brengen op:
1 en 2 mansscnolen f. 55,(1976 f. 50,