GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
Aan burgemeester en wethouders.
Grouw, 24 november 1976.
De derde afdeling van de raad heeft heden de begrotingen van de
algemene dienst, de bedrijfsbegrotingen, de begroting van de Stichting
Recreatieoord te Grouw en die van de Stichting Jachthaven te Wartena, alle
dienstjaar 1976, aan een onderzoek onderworpen en meent naar aanleiding
daarvan de volgende opmerkingen te moeten maken.
1Verlichting.
Eén der leden is van oordeel, dat het gewenst is, een lichtpunt te
doen aanbrengen bij
a. de ingang van de Marren
b. de parkeerplaats bij de Rabobank t te Warga
c. de garages van de Marren
2. Afsluitbomen brug te Warga.
Enkele leden achten het noodzakelijk, dat uit veiligheidsoverwegingen
de afsluitbomen van de brug over de Wargaster Vaart te Warga elektrisch
bedienbaar worden gemaakt.
3. Subsidie jeugd- en jongerenwerk.
De leden zijn unaniem van mening, dat de post van f 15000,(volgno.
472.00) dient te worden gezien als het maximale netto-subsidie, dat de
gemeente voor het jeugd- en jongerenwerk ter beschikking moet stellen.
Ingeval aan de gemeente baten zouden toevloeien voor het hierbedoelde
werk op grond van een rijksregeling, dient het bedrag van f 15.000,met
deze baten te worden verhoogd.
De afdeling tekent hier nog bij aan, dat het gewenst is, dat de sub
sidie-aanvragen jaarlijks tijdig worden ingediend onder overlegging van
een exploitatie-begroting.
4Parkeerterrein Roordahuizum.
Een der leden stelt zich op het standpunt, dat eerst over de even
tuele aanleg van dit parkeerterrein moet worden beslist, wanneer het
vermoedelijk overschot van de dienst 1977 bekend is(+ oktober 1977).
Twee der leden achten het noodzakelijk, dat de nodige uitgaaf wordt
geraamd en reeds in een vroeger stadium met de aanleg wordt begonnen.
5. Financiële mogelijkheden. De leden zullen het unaniem op prijs stellen,
wanneer, naast de lijst van investeringen in de verdere toekomst,welke
bij de aanbieding van de plannen voor de bouw van een sporthal(zwembad
zal worden overgelegd, tevens een overzicht wordt verstrekt van de aan
wezige' reserves en van een mogelijke besteding daarvan.
De rapporteur
(w.g.) P. Knossen.