Voorstel tot wijziging van de huren van vaste ligplaatsen aan de gemeente
lijke steigers in het Pikmeer.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten.
Voorstel tot wijziging van de huren van de open ligplaatsen voor boten in de
Grondaam.
De heer Meester zegt moeite te hebben met punt A. Aan de G.W.S.-steiger
wordt voor ligplaatsen van schouwen f. 30,betaald. Daarom stelt spreker
voor bet bedrag van f. 40,te handhaven.
De heer Schermer is het met de heer Meester eens. Spreker wijst er verder
op, dat de Grondaam ook bevaarbaar moet blijven. Verder zijn hier geen steigers
gemaakt, zodat de investering in dit water niet groot is.
De heer van Sssen is het niet met zijn fractiegenoten eens. Wanneer men
alle belastingen gaat verhogen, behoort dit punt niet uitgezonderd te worden.
De voorzitter antwoordt,dat dit water indertijd in stand is gehouden om
ligplaatsen voor schouwen te creëren. Daartoe is het uitgediept, is een wal-
beschoeiing aangebracht en palen voor de ligplaatsen geslagen. Men moet dit
zien als een dienstbetoon tegenover de aanvraag om ligplaatsen. Spreker meent,
dat de voorgestelde verhoging van f. 2,50 de moeite niet waard is om over te
praten. Een vergelijking met de G.W.S.-steiger gaat hier niet op. Spreker zegt
toe, dat de verontdieping van de Grondaam in de gaten zal worden gehouden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. De heren
Schermer en Meester wensen aantekening, dat zij geacht worden tegen dit voor
stel te hebben gestemd.
Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing van veergeld.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
besloten.
Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing van reinigingsrechten.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten.
Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing van woonforensenbe-
lasting.
De heer van Essen stelt voor de verhoging op 10% te brengen, zodat het
bedrag f. 5,50 in plaats van f. 5,wordt. Spreker meent, dat de raad niet
bang moet zijn, dat dit percentage niet door de minister wordt geaccepteerd.
De heer de Boer is het hiermee eens.
De heer de Wolf is benieuwd, wat de gemiddelde opbrengst per pand is.
De voorzitter schat de opbrengst op 40 a 45 m2 a f. 5,f. 200,
De heer de Boer vraagtof de zomerhuisjes ook onder de onroërendgoedbe-
lastingen vallen.
De voorzitter beaamt dit. De eigenaren dienen zowel woonforensen- als on-
roerendgoedbelastingen te betalenSpreker meent,dat de raad niet hoger moet
gaan dan 7%. Een bedrag van f. 5,35 per m2 is zeer redelijk. Bovendien is de
minister op dit punt erg streng. Een hoger percentage dan 7% zal in strijd
zijn met het door de minister gevoerde beleid, tenzij men een extra verhoging
gemotiveerd kan aantonen.
De heer van Essen vermoedt, dat aantonen wel moeilijk is. Spreker zegt,
dat de algemene voorzieningen ook voor de groep recreanten geldt. Daarom acht
spreker de kans van slagen met 10% reëel.
be voorzitter meent dat de woonschepen het minst van de algemene voor
zieningen profiteren.Ze hebben vaak geen elektrisch licht en water.Bovendien moe
ten de eigenaren stevig voor de afvoer van het huisvuil betalen, dit in tegen
stelling met de ligplaatsen in havens.
De heer var. Essen zegt desondanks zijn voorstel om 10% te heffen te hand
haven, welk voorstel voldoende wordt ondersteund.