beroep op de directie van het fonds moeten worden gedaan. Ook het Rijk, dat thans de bedrijfsgeneeskundige begeleiding gaat introduceren en dit met een goed toegerust apparaat kan uitvoeren, blijkt voor revalidatiemaatregelen naar het pensioenfonds te verwijzen. Het is thans nog te vroeg voor het Centraal Orgaan hieromtrent aanbevelingen te doen. Indien de bedrijfsgeneeskunde bij voorbeeld in regionaal verband van de grond komt zal hierop worden ingespeeld. Toelichting: artikel E 18 Toen destijds de 1%-regeling in het leven werd geroepen was het weinig ge bruikelijk, dat de echtgenote van de ambtenaar ook aan het arbeidsproces ging deelnemen. Thans gebeurt zulks veel meer. Toepassing van de hardheids clausule, waarbij alleen rekening wordt gehouden net het inkomen van de man, leidt in sommige gevallen tot onbillijkheden als bijvoorbeeld de medeverzeker de vrouw in een betrekking werkzaam is,waarin zij niet verplicht is ver zekerd {boven de loongrens, een functie bij het Rijk, enz.). Bewust is bij het inkomen van de medeverzekerde gesteld, dat het uit arbeid of bedrijf, dan wel vroegere arbeid of bedrijf (pensioen of uitkering sociale verzekeringswetten) moet zijn. Niet bedoeld is om inkomsten uit eventueel ver mogen aan te tasten. Ten aanzien van de inkomsten van gezinsleden zijn uitgezonderd die elementen die ook van het ambtelijk inkomen van de ambtenaar zijn uitgezonderd. Toelichting: artikel F 21 Noodzakelijke aanpassing in verband met de wet van 30 oktober 1974, Stbl. 725, tot nadere wijziging van de Besraettelijke-Ziektenwet Toelichting: artikel H 9, lid 3, 2e alinea Aan artikel H 9 ligt ten grondslag, dat een ontslag op grond van onbekwaamheid of ongeschiktheid in beginsel niet aan schuld of toedoen van de ambtenaar is te wijten. Dit gegeven zijnde, is het redelijk een goede uitkering i.e. op de voet van de wachtgeldverordening in uitzicht te stellen. De tweede volzin van lid 3 liet ruimte om naar boven of beneden af te wijken. Deze bevoegdheid is aan de raad gelaten, enerzijds omdat deze gelden moeten voteren - imners er wordt afgeweken van hetgeen rechtspositioneel geregeld is- en anderzijds als rechtsbescherming van de ambtenaar tegen een naar willekeur afwijken door burgemeester en wethouders. In de praktijk is gebleken, dat in nogal wat gevallen, waarin van schuld of toedoen van de ambtenaar aan de on bekwaamheid of ongeschiktheid geen sprake was, toch naar de afwijkingsmoge lijkheid werd gegrepen en een lagere uitkering werd toegekend. Bij wege van het ontbreken van een relatie tussen het aanwezig zijn van schuld of toedoen en het toekennen van een lagere uitkering in de tekst van lid 3, kon dit lid zuiver discretionair worden gehanteerd. Dit is nimmer de bedoeling van de ontwerpers geweest. Door nu een afzonderlijk artikellid te maken en in de slotzin de relatie te leggen met schuld of toedoen en lagere uitkering wordt duidelijkheid ver kregen. De mogelijkheid van afwijking naar boven bleef gehandhaafd. De slot zin is nodig om te voorkomen, dat bij analoge toepassing van de Uitkerings verordening betrokkene geen belanghebbende zou zijn. Toelichting: artikel 4, lid 1. Arbeidsovereenkomstenverordening. Artikellid B.W. bij Wet van 24 december 1970 stb. 612, vervallen. Toelichting: artikel 8, lid 1 Bij Wet van 8 april 1976 Stb. 229 is in hoofdstuk 2, artikel I onder H een vernummering geschied.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1977 | | pagina 68