13. Voorstel tot deelname aan een regeling
voor het ophalen van destructiemateriaal.
GEMEENTE IDAARDERADEEL Aan de gemeenteraad.
GROUW
Grouw, 7 januari 1977.
No. 4222
Volgens de thans geldende "Destructieverordening15 is de eigenaar van destruc
tiemateriaal verplicht, dit materiaal naar de naastbijgelegen kadaverbak te brengen,
vanwaar het door de destructoronderneming B.V. Ned. Thermochemische Fabrieken te
Bergum(N.T.F.wordt opgehaald.
Het is een bekend feit, dat aan de exploitatie van kadaverbakken bezwaren
zijn verbonden. Wij noemen de moeilijkheden ten aanzien van de regeling van het
toezicht (bewaren sleutel)In de praktijk komt het meermalen voor dat een bak
niet is afgesloten. Verder worden herhaaldelijk kadavers naar een kadaverbak ge
bracht, zonder dat daarvan aangifte op het gemeentehuis wordt gedaan. Deze worden
dan wel door de N.T.F. meegenomen, maar het gebeurt, dat kadavers,omdat zij niet
zijn aangemeld, te lang blijven liggen en als gevolg daarvan, vooral in de zomer,
stank gaan verspreiden. Niet alleen wordt hierdoor de volksgezondheid in gevaar
gebracht, maar bovendien komt deze gang van zaken op extra kosten te staan wegens
reiniging en ontsmetting van kadaverbakken.
De tegen de huidige regeling aangevoerde bezwaren doen zich uiteraard ook in
andere gemeenten voor. De commissie voor de vleeskeuringsdienst in de kring
Heerenveen is al geruime tijd bezig voor de tot die kring behorende gemeenten een
regeling voor te bereiden, waarbij de kadaverbakken kunnen verdwijnen. Dat is mo
gelijk bij het invoeren van een systeem van voorcentralisatie. In de traditionele
uitvoering van een voorcentralisatiedienst worden de kadavers van de bedrijven
afgehaald en vervoerd naar een zogenaamd centraal kadaverhuis. De destructor
onderneming zorgt dan voor het vervoer van het centraal kadaverhuis naar de des
tructor. Op grond van de artikelen 20 en 21 van de Destructiewet zijn in de kosten
van voorcentralisatie bijdragen mogelijk van de destructoronderneming en van het
rijk. De rijksbijdrage beloopt tenminste 50% van de na aftrek van de bijdrage van
de destructoronderneming resterende kosten.
De hierna genoemde punten maken duidelijk, dat een voorcentralisatiedienst
met kadaverhuis uit economisch en milieu-hygiënisch oogpunt geen ideale oplossing
is.
a. De bouw van een kadaverhuis is een kostbare zaak en veroorzaakt daardoor een
aanzienlijke last op de begroting van een dienst.
b. Bij het overladen van kadavers komen smetstoffen vrij. Voor het dagelijks rei-
nigen en ontsmetten van het kadaverhuis dienen dan ook de nodige gelden te worden
uitgetrokken.
c. Het vinden van een geschikte plaats voor een kadaverhuis wordt in verband met
milieu-aspecten (o.a. stankoverlast) een moeilijke zaak.
Daar komt bijdat door verbetering aan wegen en ophaalwagens de actie-radius
van een vervoerder in de loop van de tijd zodanig is toegenomen, dat een kadaver
huis niet meer zo noodzakelijk is.
In het overleg met de veterinair inspecteur van de volksgezondheid is gebleken,
dat het, om tot een dienst van voldoende omvang te komen, gewenst is, de gemeenten,
behorende tot de vleeskeuringskring Stellingwerven in de samenwerking te betrekken.
Gelet op de tegen de stichting van een kadaverhuis naar voren gebrachte argumenten
ligt het voor de hand, dat zowel de commissie voor de vleeskeuringsdienst in de
kring Heerenveen als die van de kring Stellingwerven zich in principe hebben uit
gesproken voor een regeling, waarbij een dergelijke voorziening niet nodig is.
Een kadaverhuis kan worden gemist als het ophalen van de kadavers van de be
drijven wordt opgedragen aan de N.T.F. en deze onderneming de kadavers rechtstreeks
naar de destructor vervoert. Hierbij wordt dus in feite de destructor als verzamel
punt aangewezen.