20. Voorstel tot vaststelling van een verorde
ning inzake de toekenning van een vergoeding
en een tegemoetkoming aan de leden van de
raad en de commissies.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 7 januari 1977.
Mede naar aanleiding van een indertijd door de Commissie positie raads
leden (de zgn. commissie Merkx) uitgebracht rapport,is bij de wet van 6 mei
1976, Stbl. 312, een titel II B in de Eerste Afdeling van de gemeentewet
ingevoegd, die betrekking heeft op de vergoedingen en tegemoetkoming aan de
leden van de raad en de commissies en enige daarmede verband houdende voor
zieningen.
Ingevolge deze wet kunnen de leden van de raad, die geen lid zijn van
het college van burgemeester en wethouders, ontvangen:
a. een vergoeding voor hun werkzaamheden;
b. een tegemoetkoming in de kosten (de zgn. onkostenvergoeding)
De vergoeding en de tegemoetkoming moeten op jaarbasis door de raa.d bij
verordening worden vastgesteld naar bij algemene maatregel van bestuur te
stellen nadere regelen.
Verder kunnen volgens de wet de leden van een commissie, die geen raads
lid zijn, voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een ver
goeding (presentiegeld) ontvangen.
Ook deze vergoeding dient docr de raad bij verordening te worden vastge
steld naar bij algemene maatregel van bestuur te stellen nadere regelen.
Bovenbedoelde algemene maatregelen van bestuur zijn inmiddels ver
schenen in het staatsblad van 23 november 1976, no. 621.
Op grond hiervan mag de sub a bedoelde vergoeding voer de werkzaamheden
voor gemeenten met een inwonertal van 8001 - 10000 maximaal f. 2.327,
bedragen en de sub b bedoelde tegemoetkoming f. 575,
Deze bedragen gelden voor 1975 en worden elk jaar door de minister van
binnenlandse zaken aan de hand van indexcijfers herzien.
Het onderhavige besluit geeft de raad de bevoegdheid, om van de hiervoor
genoemde bedragen naar beneden af te wijken tot een maximum van 20%. Voorts
kan de raad bepalen, dat een gedeelte van de vergoeding voor de werkzaamheden
tot een maximum van 20% wordt uitgekeerd, berekend naar het aantal gehouden
vergaderingen. De uitkering geschiedt alsdan aan het raadslid op basis van het
aantal bijgewoonde vergaderingen en krijgt daardoor het karakter van pre
sentiegeld.
Deze toepassing zal echter nimmer mogen leiden tot een overschrijding
van de maximaal toelaatbare vergoeding.
Gelet op de toegenomen werkzaamheden van de raad, bestaat er naar onze
mening geen aanleiding de vergoeding en de tegemoetkomingen/elke laatste
belastingvrij is, in deze gemeente op een lager bedrag dan hierboven genoemde
maxima vast te stellen.
Evenmin achten wij het raadzaam, een deel der vergoeding in de vorm van
presentiegeld uit te keren, omdat dit alleen maar extra administratieve romp
slomp zou betekenen en in de praktijk geen noemenswaardige kostenbesparing
zou opleveren.
Ingevolge meergenoemd besluit mag in deze gemeente aan de leden van een
commissie, die geen raadslid zijn, een vergoeding voer het bijwonen van de
vergaderingen van de commissie worden toegekend van maximaal f. 45,jaar
lijks door de minister van binnenlandse zaken aan de hand van indexcijfers te
herzien.
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No. 2.