-3- historische en daarmee verwante waarden vertegenwoordigen, niet op zijn plaats geacht. De bebouwde kommen dienen naar de mening van dit college in beginsel buiten toepassing van artikel 5 van de kampeerverordening te worden gelaten. Natuurgebieden c.a. Gedeputeerde staten achten het evenmin juist, dat gronden, welke in het bestemmingsplan buitengebied de bestemming natuurgebied hebben of zullen krijgen, dan wel gronden, die als een enclave binnen een dergelijk natuur gebied liggen, als artikel 5-gebied worden aangewezen. In het bestemmings plan voor het buitengebied wordt immers getracht de aanwezige waarden middels gebruiksvoorschriften te beschermen. Mogelijke aantasting van deze waarden door de gevolgen van aanwijzing tot artikel 5-gebied dient derhalve te worden voorkomen. Landschappelijk waardevolle gebieden. Deze gebieden oefenen een grote aantrekkingskracht uit op de rekre- ant. Het gevaar van de ongewenste rekreatieve ontwikkelingen is hier niet denkbeeldig. Voorts dient aantasting van de in het betrokken gebied aanwezige waarden ook hier te worden voorkomen. Anderzijds kan het geheel verbieden van bedoelde kampeeractiviteiten een te vergaand karakter hebben. Daarom stellen gedeputeerde staten zich op het standpunt, dat het kamperen bij de boer in landschappelijk waardevolle gebieden niet dient te worden toe gelaten, tenzij de aanvaardbaarheid daarvan van gemeentewege duidelijk en gemotiveerd is aangetoond, zulks tegen de achtergrond van aspekten als landschapszorg, natuurbehoud en de noodzaak om de rekreatieve ontwikkeling te reguleren. In het laatste geval zullen de in de nabijheid van natuur gebieden gelegen gronden in ieder geval gespaard blijven. Rekreatief aantrekkelijke gebieden anders dan hiervoor bedoeld. De toelaatbaarheid van de onderhavige kampeeraktiviteiten in deze ge bieden zal van geval tot geval moeten worden beoordeeld. Daarbij geldt als richtlijn, dat bedoelde aktiviteiten moeten passen in het door de provincie gevoerde rekreatiebeleid, gericht op temporisering en regulering van de re kreatieve ontwikkeling. Met nadruk vestigen gedeputeerde staten er de aan dacht op, dat bij de aanwijzing van artikel 5-gebieden grote terughoudend heid dient te worden betracht in gebieden, die grenzen aan of gelegen zijn in de directe nabijheid van meeroevers en vaarroutes Naar onze mening dient kamperen binnen een strook van 200 meter uit de oever als recreatief aantrekkelijk gebied te worden beschouwd. Agrarisch gebied anders dan hiervoor bedoeld. In deze gebieden kan het kamperen bij de boer in principe worden ge accepteerd, Ook hier is het denkbaar, dat in het aanwijzingsbesluit wordt gedifferentieerd al naar gelang de huidige of toekomstige bestemming agra rische doeleinden gelegen is in de nabijheid van gronden, welke een belang rijke rekreatieve, natuurwetenschappelijke of landschappelijke betekenis hebben. Bij het toelaten van deze kampeeraktiviteiten in de agrarische ge bieden zal middels de aan de vergunning te verbinden voorwaarden inzake de aan te brengen beplanting zorggedragen moeten worden voor een verantwoorde land schappelijke inpassing van het geheel. Wij kunnen ons met deze gedachtengang van gedeputeerde staten verenigen. Zoals reeds werd opgemerkt, draagt de onderhavige verordening het karak ter van een voorlopige regeling in afwachting van het eventueel tot stand komen van een algemene Kampeerwet, waarvan het voor-ontwerp inmiddels is verschenen. Naar verwacht wordt, zal deze wet zeker niet op een zodanige korte termijn tot stand komen, dat met aanpassing van de oude verordening kan worden volstaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1977 | | pagina 61