/Aan burgemeester en wethouders.
Grouw, 21 februari 1977.
De eerste en tweede afdeling van de raad hebben heden in een gecombi
neerde vergadering het concept-voorstel tot vaststelling van een kampeer-
verordening en tot aanwijzing van de gebieden, waarin een bijzondere kam-
peerexploitatievergunning kan worden verleend, behandeld.
Daarbij is gebleken, dat één der leden bezwaar heeft tegen de passage
onder a van het concept-besluit "en de noodzaak om de(groei van) rekreatieve
ontwikkeling te reguleren"Dit lid acht het voldoende dat de aanvaardbaar
heid van het kamperen in landschappelijk waardevolle gèbieden wordt aange
toond en dat daarbij alleen aandacht wordt geschonken aan aspecten als
landschapszorg en natuurbehoud.
Hetzelfde lid is van mening, dat het gestelde sub b van het concept
besluit, dat betrekking heeft op de aanwijzing van rekreatief aantrekkelijke
gebieden, gevoegelijk kan vervallen.De terminologie"rekreatief aantrekkelijke
gebieden" kan volgens dit lid met het oog op de ruimtelijke ordening tot
consequenties leiden, die men niet kan overzien.
De overige leden kunnen zich met het concept-voorstel wel verenigen
en geven in overweging, het ongewijzigd aan de raad ter vaststelling voor
te leggen.
De algemeen rapporteur,
(w.g.) P.C.S. van Belle.
