Voorstel tot verkoop van een perceel bouwgrond aan de Oedsmawei te Grouw.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten.
Aanvrage om subsidie uit de gemeentekas van het "Provinsjael Frysk Komité
ta bihald fan gemeenten"
De heer van Essen vindt de argumenten in het voorstel genoemd wat te ver
gezocht. Spreker zegt, dat de meerderheid van de raad het meest voelt voor
handhaving van de bestaande toestand. Alleen wanneer een samenvoeging met
Utingeradeel van boven af wordt opgelegd, kan de raad akkoord gaan. Uit dat
oogpunt zou het geen kwaad kunnen er bij gedeputeerde staten eens op aan te
dringen de plannen nog eens te bezien.
De heer de Boer zegt, dat de F.N.P.-fractie de herindeling niet ziet
zitten. De gemeenten moeten hierover vrijwillig beslissen en niet de wetgever.
Spreker heeft indertijd tegen het herindelingsvoorstel gestemd. Hij is het met
het voorstel van burgemeester en wethouders niet eens en meent, dat een kleine
bijdrage aan het comité dient te worden gegeven. Deze bijdrage behoeft niet in
strijd te zijn met het meerderheidsvoorstel van 15 september j.l.
De heer de Wolf vindt de doelstelling van het comité een "nijsgjirrige
saek". Spreker meent, dat het moeilijk is te beoordelen, of alle gemeenten
wel moeten blijven bestaan. Hij vindt, dat de gemeente zich niet achter der
gelijke acties moet plaatsen. Dit moet door particulieren gebeuren.
De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders het voorstel op
dezelfde wijze hebben benaderd als de heer de Wolf. Spreker zegt, dat dit
comité zeer ongenuanceerd te werk gaat. Hij acht het niet verstandig hier te
gaan generaliseren. Duidelijk is, dat dit niet kan, evenals duidelijk is, dat
men met de herindeling zeer voorzichtig moet zijn en niet verder moet gaan dan
noodzakelijk is. Inderdaad is de noodzakelijkheid om deze gemeenten groter te
maken niet urgent. Maar dat wil niet zeggen, dat dit voor andere kleinere ge
meenten verkeerd zou zijn. De grote meerderheid van de raad heeft besloten
zich bij een beslissing van hoger hand neer te leggen. Men kan nu moeilijk
besluiten dit comité te steunen. Het comité dient te biecht te gaan bij die
gemeenten, die elke vom van herindeling hebben afgewezen.
De heren Meester en Zwart menen, dat, nu er een raadsbesluit ligt, zij
er weinig voor voelen dit comité te steunen. Beide sprekers scharen zich
achter het voorstel van burgemeester en wethouders.
De heer de Boer meent, dat het comité juist is opgericht, tengevolge
van het ongenuanceerde optreden van gedeputeerde staten. Spreker vertrouwt er
op, dat de allerkleinste gemeenten zelf wel zullen inzien, dat ze samengevoegd
moeten worden. Spreker vindt wel dat herindeling van onderen af moet gaan en
niet van boven af moet worden opgelegd. Spreker stelt voor een bijdrage aan
het comité te geven, welk voorstel echter niet wordt ondersteund.
Wethouder Draisma meent, dat het duidelijk naar voren komt, dat de heer
de Boer lid van een partij is, die geen zetel in Den Haag heeft. Spreker zegt,
dat de wetgever hier wel zal moeten beslissen. Wanneer de Friese bevolking
zich nu wil waarmaken, dan moet ze nu achter dit comité gaan staan. Maar het
is niet juist bij de gemeenten aan te kloppen. Spreker zegt geen kritiek op
het comité te willen uitoefenen, maar vindt, dat eventuele bijdragen van par
ticulieren moeten komen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel besloten.
De heer de Boer krijgt aantekening tegen dit voorstel te hebben gestemd.