Mevrouw Spi j ks tra-'i jdam vraagt of een iets lagere woningbouw dan normaal ter plaatse mogelij]: is. De heer de Soer zegt, dat zijn gedachten meer uitgaan naar de stand punten van de heren Schermer en van 3elle. Visueel moet er wat ruimte blijven, ook om het verkeer via de Gedempte Haven. 'wethouder Terpstra merkt op,dat eei groot complex als de nieuwe Frieslandbank moeilijk acceptabel is. Voor dit doel leent zich beter de villa van de heer Halbertsma. In de stuurgroep is meermalen gesproken over een holle kies. Hen kan dit met tierlantijntjes gaan opvullen, maar het blijft een gat. Een van de overwegingen tot dit plan is geweest de leefbaarheid in de kom te stimuleren. Janneer in deze strook wat ge creëerd kan worden, dan dient dat te worden gestimuleerd. Ook het CIMK- rapport wijst in die richting. Spreker vindt ook een goothoogte van 9 meter te hoog. Over de realisatie van lagere woningbouw was de planoloog niet enthousiast, omdat er geen tuin bij de woningen komt. Maar het is niet uitciesloten, dat er iets kan worden gecreëerd dat esthetisch aan de eisen kan voldoen. De voorzitter antwoordt, dat de overwegingen, die tot het besluit om ter plaatse te bouwen hebben geleid, waren ingegeven door de planologen en de stedebouwkundigen van het ministerie en de provincie. Hierover be staat geen enkel misverstand. Spreker zegt, dat de ideeën uitgaan naar de bouw van een bank of kantoor; een winkel of horecabedrijf is niet wense lijk. De deskundigen zijn derhalve van mening dat een passende bebouwing noodzakelijk is. Deze mening wordt door het college gedeeld. Grouw ligt in een driehoek. De in die driehoek gelegen dorpskom moet leefbaar ge houden worden. De levenskracht van de kom is een belangrijk gegeven De trek daar naar toe moet men stimuleren.Sprekër is het met de deskundigen eens, dat een gelijkwaardige bebouwing aan het postkantoor de voorkeur verdient. Spreker heeft het gevoel, dat enige verschuiving van de bebouwings- grens geen al te grote problemen zal opleveren. Uel wil hij hierbij een vraagteken zetten. Wethouder Draisma vraagt om de overzichtsfoto van de bebouwde kom van Grouw eens te bekijken. Men ziet dan een nauwe structuur tot de Park straat volgebouwd. liet zijn over 't algemeen nauwe straten met tussen liggende steegjes. In dit gebied heeft men praktische problemen met groen. Spreker meent dat het een onwennig gat wordtwanneer ter plaatse niet wordt gebouwd. Een aangepaste bebouwing is dan ook beter op zijn plaats. Ruimtelijk gezien wordt het gebied niet volgebouwd wanneer een en ander wat speels wordt opgezet. Men dient zich wel te realiseren, dat dit het laatste stuk maagdelijke grond is, waarwee men iets kan doen. De heer van Belle blijft bij zijn standpunt de bestaande situatie te handhaven. Oude foto's zeggen spreker niets. Inwoners vliegen niet, die blijven op de begane grond. Spreker gelooft niet, dat kantoorgebouwen mensen naar de kom trekken. Ook de heer Schermer is niet door het college overtuigd. De heer Draisma heeft gesproken over het laatste stukje maagdelijke grond. Spreker meent, dat men hierop zuinig moet wezen. Spreker is van mening, dat wanneer de Friesland-bank een andere mogelijkheid heeft, het zonde is hiervoor deze grond op te offeren. Een verkeersplan via de Gedempte Haven vraagt op dit punt geen bebouwing. De heer de Boer is evenmin overtuigd, maar het kan ook een kwestie van snaak zijn. Spreker ziet er geen gat in. Er is anders ook nog wel wat van te maken De heer de Uolf blijft voorstander van bebouwing, zij het in mindere mate. De voorzitter voelt wel hoe de verhoudingen in de raad liggen. Spreker maakt zich in verband hiermee zorgen over het gehele voorstel. Manneer bij stemming de stemmen staken, moeten burgemeester en wethouders het voorstel terugnemen en dat scheelt een maand in de behandeling.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1977 | | pagina 17