-2- Volkshuisvcsting en Bouwnijverheid in de provincie Friesland) en het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (Monumentenzorg) bijgaand Rehabilitatie- en Saneringsplan opgesteld. Dit plan beoogt, om met behulp van de door de overheid ter beschikking te stellen financiële tegemoetkomingen, een akticf en praktisch beleid te ontwikkelen, met name om de eerder genoemde doelstellingen te kunnen ver wezenlijken Dit geldt zeker voor wat betreft het verbeteren van zowel de bouwtechnische els de woontechnische kwaliteit van de woonbebouwing in het komgebied. In dit Rehabilitatie- en Saneringsplan, wordt ook gesproken over saneren; immers het zal in oen aantal gevallen niet mogelijk zijn, om op verantwoorde wijze over te gaan tot grote financiële investeringen. Enerzijds misschien gezien vanuit de bouwtechnische- of woontechnischs kwaliteit, anderzijds, zal de situering vanuit stedebouwkundig oogpunt aanleiding kunnen zijn om over te gaan tot het verwijderen van bebouwing. In het kader van het bestemmingsplan is tevens een aanvraag tot "aan wijzing van een beschermd dorpsgezicht." ingediend bij de Minister van C.R.M. Gezien de historische waarde, die aan de kom wordt toegekend, zal bij het herstel en dergelijke van de daarvoor in aanmerking komende be bouwing bijzondere aandacht en zorg moeten worden besteed. Dit betekent in de meeste gevallen hogere kosten. In het kader van deze, naar alle waar schijnlijkheid toe te kennen aanvrage betreffende het "beschermde dorpsge zicht'1 bestaat de mogelijkheid, dat ook het Ministerie van C.R.M. een financiële tegemoetkoming zal verlenen. Dit laatste geldt in zulke ge vallen ook voor de gemeentelijke overheid, die dit later via de zogenaamde "verfijningsregeling" van het Rijk kaïfterugvorderen. Op bijgaande kaart is het gebied aangegeven, waarvoor dit Rehabilitatie- en Saneringsplan is opgesteld. De begrenzing van dit gebied komt in z'n geheel overeen met die van het gebied^dat naar alle waarschijnlijkheid zal worden aangewezen als "beschermd dorpsgezicht Werkwijze De beoordeling of een pand opgeknapt, hetzij afgebroken moet wordendanwel dat het ongewijzigd gehandhaafd, kan blijven, hangt af van de bouwtechnische kwaliteit, en de historische kwaliteit. Afweging van beide kwaliteitswaarderingen zal uiteindelijk antwoord moeten geven op de vraag wat er met een bepaald pand moet gebeuren. Hiertoe zijn een aantal kwaliteitsonderzoekingen gepleegd in samenwerking met o.a. de bij dit projekt betrokken ministeries. Van de 176 onderzochte panden (bij rehabilitatie worden slechts subsidies verleendindien de betreffende gebouwen een woonfunktie bezitten,of in kombinatie met een andere funktie voorkomen) blijkt meer dan 55% een his torische waarde tc bezitten. In deze kategorie blijkt onder andere ook, dat 85% van deze bebouwing een matige of slechte kwaliteit bezit. Eén en ander betekent, dat met name de extra subsidiemogelijkheden van het mini sterie van C.R.M. een belangrijke rol gaan spelen. Bij de beoordeling van de bouwplannen zal in die gevallen naast de dienst Volkshuisvesting ook de dienst Monumentenzorg mee gaan participeren. Konklusies Eerder genoemde kwaliteitsonderzoekingen hebben er toe geleid, dat een soort aktieprogramma is opgesteld, waarbij een viertal elementen zijn te onderscheiden, namelijk;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1977 | | pagina 39