GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
Aan burgemeester en wethouders.
Grouw, 28 april 1977.
De commissie voor Administratief Beroep heeft in haar heden gehouden
zitting de heer B.IC. Hooghiemster te Grouw en 3 anderen in de gelegenheid
gesteld, het door hen onder dagtekening van 19 maart j.l. ingediende be
zwaarschrift tegen een aanschrijving van burgemeester en wethouders tot
verwijdering van zonder vergunning tot stand gebrachte bouwsels in de
Bird op het perceel kadastraal bekend gemeente Grouw, sectie A no. 1113,
toe te lichten.
Appellanten brachten naar voren, dat zij twee jaar geleden een aan
vraag hebben ingediend om vergunning voor de bouw van een woning ter plaatse,
maar dat daarop afwijzend werd beschikt.
De vraag rees toen, wat er met de bestaande bouwsels zou moeten gebeuren,
Besloten werd het geheel een opknapbeurt te geven, waarbij voornamelijk
aan onderhoudswerk werd gedacht. Men wou daarbij wel zoveel mogelijk de
oude vorm aanhouden, maar dat was moeilijk, zodat het bouwwerk thans wel
wat groter aandoet. Het was echter niet de bedoeling buiten de gemeente
om nieuwbouw te plegen.
Ten aanzien van het mede betrekken van een woonschip in de verbouw
merkten appellanten op, dat van een woonschip bezwaarlijk zou kunnen
worden gesproken, omdat het meer dan 50 jaar geleden op het droge was ge
trokken en niet meer als vaartuig kon worden aangemerkt.
Voorts werd er nog op gewezen, dat de nieuwe nokhoogte slechts 55 cm
meer bedraagt dan de vroegere nokhoogte.
Appellanten bepleiten alsnog de afgifte van een bouwvergunning voor een
plan, waarbij zoveel mogelijk met de bestaande voorschriften rekening zou
worden gehouden.
Gehoord deze toelichting en na kennisneming van de op deze zaak be
trekking hebbende stukken, is de commissie van oordeel, dat de onderhavige
bouw, die veel meer dan normaal onderhoudswerk omvat, heeft plaats ge
vonden zonder de daarvoor vereiste bouwvergunning, zodat burgemeester en
wethouders terecht tot de aanschrijving hebben besloten.
Zij geeft u derhalve in overweging, de raad voor te stellen het be
roepschrift ongegrond te verklaren en de gewraakte aanschrijving te handr
haven
De Commissie merkt volledigheidshalve nog op, dat appellanten hebben
toegezegd, op korte termijn een nieuwe bouwaanvrage te zullen indienen,
waarbij zoveel mogelijk aan de eisen van het bestemmingsplan zal worden
tegemoetgekomen
De Commissie voornoemd,
(w.g.) Sj. de Boer
(w.g.) T. Kooistra-de Zee.