GEMEENTE iDAARDERADEEL
GROUW
No. 3157.
Voorstel tot wijziging c.q. aanvulling van
de gemeentelijke regeling inzake het ver
lenen van bijstand bij het voorkomen, be
perken en bestrijden van branden en inzake
hulpverlening bij andere ongevallen.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 9 september 1977.
Bij uw besluit van 10 juni 1974, no. 12, hebt u met 21 andere gemeenten
in Friesland een gemeenschappelijke regeling gesloten inzake het verlenen
van bijstand bij het voorkomen, beperken en bestrijden van branden en be
treffende hulpverlening bij andere ongevallen.
Het algemeen bestuur van de bij genoemde regeling ingestelde Brandweer
Hulpverleningsdienst Friesland-Noord, afgekort 3.H.D.heeft nu voorgesteld
de gemeenschappelijke regeling op een aantal punten te wijzigen c.q. aan
te vullen.
Bij besluit van de minister van binnenlandse zaken van 3 februari 1977
is de B.H.D. erkend als regionale brandweer, als bedoeld in de Interimre
geling Rijksbijdragen Regionale Brandweren. De erkenning houdt in, dat de
B.H.D. Friesland-Noord in aanmerking komt voor de in de regeling genoemde
subsidiemogelijkheden. Aan het besluit tot erkenning zijn twee voorwaarden
verbonden
In de eerste plaats dient elke wijziging van de gemeenschappelijke
regeling of van de coördinatievoorschriften te worden meegedeeld aan de
Hoofdinspekteur voor het Brandweerwezen. In de tweede plaats dienen de ge
meenschappelijke regeling of de coördinatievoorschriften binnen 2 jaar
zodanig te worden gewijzigd, dat zij voldoen aan enige met name genoemde
voor erkenning noodzakelijke voorwaarden.
De tweede voorwaarde, waaronder de erkenning is verleend, heeft met
name betrekking op een betere omschrijving van de taken en werkzaamheden
van de B.H.D. Friesland-Noord op het punt van het behartigen van de brand
preventie en het bevorderen van het instellen en het instandhouden van
doelmatige bedrijfsbrandweren. Het kan niet worden ontkend, dat beide pun
ten als taak van de B.H.D, Friesland-Noord moeilijk uit de gemeenschappe
lijke regeling of de coördinatievoorschriften zijn af te leiden. Aangezien
deze onderwerpen binnen de B.H.D. echter wel degelijk als een taak van de
B.H.D. worden beschouwd, verdient het om deze reden al aanbeveling deze
expliciet als zodanig in de regeling of de coördinatievoorschriften op te
nemen. De voorwaarde van het Rijk bij de erkenning is daar dan een goede
aanleiding toe.
Dat de B.H.D. de brandpreventie tot een van haar taken rekent blijkt op
zich reeds uit de aanstelling van personeel. De brandpreventie is in de
functie-omschrijving van het aangetrokken en nog aan te trekken personeel
opgenomen.
Betreffende het bevorderen en instandhouden van doelmatige bedrijfs-
brandweren heeft de regioraad geconcludeerd, dat de B.H.D. de voorwaarden
zou moeten schappen voor een goede ontwikkeling van de bedrijfsbrandweer
in het verzorgingsgebied. Met bedrijven, die over een eigen brandweer be
schikken en met bedrijven, die daarover in verband met de aanwezige risi
co's zouden moeten beschikken, zullen contacten moeten worden gelegd, ten-