-7-
De voorzitter antwoordt, dat het slechts een geval betrof, die geen
bericht heeft gekregen, maar die later een gat in de lucht sprong, omdat
hij alsnog een kavel kon kopen. Spreker zegt, dat aanvankelijk bij Plaatse
lijk Belang de gedachte leefde, dat er een storm van aanvragers zou komen.
Burgemeester en wethouders dachten er iets anders over. De waarheid bleek
in het midden te liggen.
Toen is de idee van direkt kopen ontstaan en in de maart-vergadering zou
dat toen bekend worden gemaakt. De adspirant-kopers zouden dan rentever
lies lijden, maar indien ze dat er voor over hadden konden ze zeker zijn
van een stuk grond.
De heer van Essen zegt, dat zijn mening blijft staan, dat er geen eer
lijke verdeling heeft plaatsgevonden, omdat de raad anders is geinformeerd
dan Plaatselijk Belang. Dit is een grote fout uit bestuurlijk oogpunt ge
zien: De bezoekers van de Plaatselijk Belang vergadering van 1 maart ver
keerden op dat moment in een bevoorrechte positie. De Havensbank is pas
4 weken daarna verschenen. Spreker zegt, dat burgemeester en wethouders
menen.dat ze gelijk hebben, zijn fractie is van mening, dat zij het gelijk
misschien ten dele misschien wel volledig aan hun kant hebben.
Wethouder Praisma: "Dit is het simplisme ten top".
De heer Swart zegt, dat een raadslid, die niet op de Plaatselijk Be
lang vergadering is geweest en die na 1 maart om inlichtingen werd gevraagd,
in zijn hemd stond.
De voorzitter stelt, dat, wanneer gezegd was, dat de raad na de 1-maart
vergadering niet over het gewijzigde beleid was ingelicht, de heer Zwart
gelijk had. Maar er staat, dat er geen eerlijke verdeling van de gronden
heeft plaats gevonden. Welke mensen hebben verkeerde grond gekregen. Het
heeft bijna 5 maanden geduurdvoordat het laatste perceel de deur uitging.
Men kan niemand noemen die geen grond gekregen heeft. Nog minder kan men
zeggen.dat de grond niet eerlijk verdeeld is. En volgens de heer van Essen
is men besodemieterd. Spreker zegt, dat na een week iedere Margaster wist
dat grond te koop was. Daarna heeft het nog 5 maanden geduurd.voordat het
laatste perceel grond verkocht was. Waar blijft nu die oneerlijke verdeling.
Het blijft een slag in de lucht, dat blijkt nu wel.
De heer van Essen: "Die conclusie mag u trekken".
De heer de Wolf vraagt,of er iemand aangewezen kan worden, die door de
verkeerde inlichting van een raadslid niet het stukje grond gekregen heeft,
dat hij wenste. Spreker zegt dat het college tot taak heeft grond te ver
kopen. Dat is niet ter discussie geweest. Het college heeft volgens zijn
opdracht grond verkocht en het zodanig gedaan, dat de kavels in handen van
Nargasters zijn gekomen. Helaas heeft de P.v.d.A. fractie een reden gevonden
om een aanknopingspunt te vinden voor een hetze tegen het collega. Spreker
vindt dat jammer. Spreker constateert dat alle aantijgingen tegen de punten,
die op Plaatselijk Belang betrekking hebben zijn teruggenomen. De discussie
spitst zich nu toe op het puur formele punt, dat de voorzitter tegen de
raad gezegd heeft, dat optieverlening eerst in 1973 mogelijk was. Een op
merking, die op zichzelf niet kan worden aangetast.
De hele aantijging tegen het college beperkt zich er toe; "Had de voor
zitter niet moeten zeggen, verkoop kan wel, zodra de prijzen zijn vastge
steld." In feite draait daar de hele discussie cm. Spreker zegt, dat de
raad eigenlijk in de januari-vergadering had moeten zeggen; "Optieverlening
kan pas begin 1978 maar kunnen we direkt niet verkopen". Spreker is
daar zelf ook niet op gekomen. Eigenlijk draait het hele verhaal om een paar