-2-
4. De heer van Essen heeft opgemerkt, dat het bestuur van Plaatselijk Belang
gezegd zou hebben: "Wanneer het op deze wijze moet doorgaan, hebben wij
geen behoefte meer, om met dit college te praten".
Het bestuur van Plaatselijk Belang heeft echter categorisch verklaard,
dat geen der bestuursleden zich in die zin tegenover de heer van Essen
heeft uitgelaten en dat het zich van de uitlating van de heer van Essen
distanciëert.
5. Het bestuur van Plaatselijk Belang voelt zich niet, zoals de heer van
Essen het stelt, '!voor joker gezet" door de renteconsequenties bij on
middellijke aankoop van de grond.
6. Het bestuur van Plaatselijk Belang heeft het verschil tussen optie (een
gunst, waarvan men geen gebruik behoeft te maken) en verkoop (een rege
ling, waaraan men gebonden is) niet onderkend. Was dit we1 het geval ge
weest, dan had de zaak gemakkelijker aelegen en dan had men veel geruchten
en misverstanden kunnen voorkomen.
Achteraf heeft het bestuur toegegeven, dat het wenselijk was geweest
dat het bij ons had gevraagd.hoe de vork precies in de steel zat.
7. Het bestuur van Plaatselijk Belang voelt zich niet, zoals de heer van
Essen belieft op te merken, "besodemieterd".
8. Het bestuur van Plaatselijk Belang distanciëert zich van de suggestie van
de heer van Essen, als zou er geen goede en eerlijke verdeling van de
grond hebben plaats gevonden. Niemand heeft zich bij Plaatselijk Belang
beklaagd over de verkoop van de grond.
9. Het bestuur van Plaatselijk Belang is van oordeel, dat het college bij het
uitgiftebeleid niets heeft gedaan, wat niet goed was, al betreurt het
wel, dat nagelaten is, om personen, die om optie hadden gevraagd vóór
of dadelijk na 1 maart, alsnog te informeren omtrent de mogelijkheid van
onmiddellijke aankoop.
10. De opmerking van wethouder Terpstra, dat de mogelijkheid van directe ver
koop na de 1-maartvergadering niet in de Havensbank zou zijn gepubliceerd,
is volgens het bestuur van Plaatselijk Belang onjuist. In de Havensbank
van maart, verschenen aan het eind van die maand, heeft wel degelijk een
verslag gestaan van de jaarvergadering met de mededeling van de mogelijk
heid tot onmiddellijke aankoop. De Havensbank is naar het oordeel van het
bestuur geen verlengstuk van Plaatselijk Belang.
Naar aanleiding van het vorenstaande moeten wij helaas constateren, dat
de heer van Essen, sprekende namens d.e fractie van de P. v.d.A. het bestuur
van Plaatselijk Belang woorden in de mond heeft gelegd, die onwaar en onjuist
zijn.
De verwijten van de heer van Essen aan ons college zijn derhalve groten
deels uit de lucht gegrepen.
Wij staan uiteraard open voor kritiek, maar dan moet die kritiek wel
steunen op waarheidsgetrouwe gegevens en niet op door niets gemotiveerde ver
dachtmakingen
-3-