-2-
Deze verlagingen zijn het gevolg van een wijziging in het periodieke
schildersysteem, waarbij de jaarlijkse onderhoudsbeurten zijn vervallen.
Als gevolg van deze lagere raming van de kosten van het schilderwerk
van de scholen voor basisonderwijs, is ook de aan de bijzondere scholen
voor dit onderwijs uit te keren vergoeding lager en wel ongeveer f. 8.300,--
Pont Bird. Omdat in 1978 de nieuwe pont in gebruik zal zijn, zijn geen
onderhoudskosten voor motor en schroeven geraamd. Voor 1977 was hier
voor uitgetrokken f.12.000,
Zowel de in 1972 aangekochte Kliko van de reinigingsdienst, als de in
1973 aangeschafte vrachtauto, behoeven in 1978 nog niet te worden ver
vangen, hoewel zij geheel zijn afgeschreven. Vervanging staat, zoals u
uit de nota van voorgenomen investeringen 1978 t/m 1982 zal blijken, voor
1979 on het programma. Terzake drukte op de bearoting 1977 aan kapitaal-
lasten nog f. 15.000,respektievelijk f. 8.000, Besparing f.23.000,
Totaal aan besparingen, welke een eenmalig karakter hebben f.88.015,
Tegenover deze ontlasting van de begroting 1978 staat een tweetal
investeringen, welke op de gewone dienst zijn geraamd, hoewel zij in feite
het karakter hebben van een in meerdere jaren af te schrijven kapitaaluit
gaaf hebben n1
de asfalterincy van het terrein bij de werkplaats van gemeente
werken f9000
het maken van een afrastering bij het sportveld te Grouw f12.000,
totaal f.21.000,
Uit het bovenstaande blijkt dus, dat de begroting 1973 niet geheel
evenwichtig is belast. Door min of meer toevallige omstandigheden behoeft
in dat jaar een bedrag van rond f. 67.000,minder te worden uitgegeven
dan normaliter het geval zou zijn.
Het is in verband hiermede naar onze mening noodzakelijk, dat van de
post Onvoorziene uitgaven een bedrag van ongeveer f. 67.000,niet wordt
gebruikt voor de uitzetting van het gemeentelijk budget. Zou men dit wel
doen, dan zal in de komende jaren, waarin deze uitgaven weer tot meer nor
male bedragen op de begroting moeten worden opgevoerd, aan een meer dan
normale belastingverhoging niet zijn te ontkomen.
Tegen een besteding met een eenmalig karakter bestaat uiteraard geen
bezwaar
Recapitülerehde kan dan ook ten aanzien van de verhoging ten opzichte van
1977 van de post voor Onvoorziene uitgaven ad rond f. 300.000,worden ge
steld, dat dit verschil voor f. 132.000,is toe te schrijven aan een over
brenging van de raming naar een ander hoofdstuk (Onvoorziene uitgaven) en
voor f. 67.000,aan eenmalige mee- en tegenvallers, zodat de feitelijke
verbetering van de begrotingspositie ten opzichte van 1977 kan worden terug
gebracht tot rond f. 100.000,
Hoewel natuurlijk alle ramingen in de begroting 1978 afwijken van de
ramingen voor 1977, kunnen toch enige bijzondere factoren worden aangewezen,
welke de begroting 1978 hetzij gunstig, hetzij ongunstig, hebben beinvloed,
en wel de volgende: