10 punten geheel uit zijn verband gerukt door steeds alleen maar over
Plaatselijk Belang te spreken, terwijl de heer van Essen voornamelijk over
de fractie en de Wargaster bevolking heeft gesproken.
Wat de 10 punten betreft, wordt onder 1 gesteld, dat de opmerkingen van
de heer van Essen niet geheel naar waarheid zijn gemaakt. Dus voor een deel
nog wel.
Punt 2. Spreker zegt, dat het beter was geweest, dat de gemeente via een
folder de wijziging in het uitgiftebeleid kenbaar had gemaakt. Bovendien is
zelfs de raad hierover niet ingelicht.
Punt 3 en 4 zijn in feite reeds behandeld. Burgemeester en wethouders hebben
gelijk wat da opmerkingen over Plaatselijk Belang betreft.
Punt 5. Ook hier geldt, dat Plaatselijk Belang ten onrecht is genoemd. Voor
een groot deel van de Wargaster bevolking geldt deze uitdrukking echter wel
en wat de rente-consequenties betreft acht spreker het niet juist,, dat men
geen gelijke start kan maken als men niet onmiddellijk over het geld kan
beschikken. Voor zijn fractie is dit niet aanvaardbaar.
Bij punt 6 legt het college de verantwoordelijkheid bij het bestuur van
Plaatselijk Belang. De fractie is van mening, dat burgemeester en wethouders
verplicht waren de wijziging in het beleid aan betrokkenen mede te delen.
Het college komt nu 3 maanden later met een reactie, die de heer van Essen
namens de fractie heeft gesteld, maar het college heeft niet de moeite ge
nomen om de raad via deze zelfde rubriek te informeren.
Bij punt 7 is het gezegde van de heer van Essen uit zijn verband gerukt.
Men kan dit nazien op bladzijde 7 van de notulen.
Ook de mededeling onder 8 is zo niet door de heer van Essen gesteld.Wellicht,
dat er geen klachten bij Plaatselijk Belang zijn gekomen, maar wel bij de
fractie en daarop heeft de heer van Essen gereageerd.
Bij punt 9 merkt spreker op, dat de strekking van de fraaie volzin de fractie
ontgaat. Het college heeft niets gedaan,wat niet goed was, maar het belang
rijkste is nagelaten.
Punt 10. De Havensbank is geen verlengstuk van Plaatselijk Belang, Door
zijn fractie is dit ook nooit zo beschouwd. Maar het was wel noodzakelijk
geweest, dat het college de informatie via dezelfde Havensbank had gespeeld,
hetgeen overigens wethouder Terpstra had toegezegd.
Spreker eindigt met te zeggen, dat zijn fractie van mening blijft, dat
het college de stellingname van de heer van Essen met deze 10 punten niet
heeft aangetast en de fractie blijft van ook volledig achter de kern van
zijn woorden staan.
Wethouder Tersptra vraagt zich bij punt 10 af, waarom de heer Schermer
hierop terugkomt. Uit de mededeling van burgemeester en wethouders blijkt
duidelijk, dat de opmerking,die spreker in de vergadering van 16 augustus
j.l. maakte, onjuist was en dat in de Havensbank van eind maart wel dege
lijk de mogelijkheid tot onmiddellijke aankoop is vermeld.
Spreker zegt, naar aanleiding van de opmerking van de heer Schermer,
waarom de reactie 3 maanden moest duren, dat na afloop van de bewuste au-
gustusvergadering zo gauw mogelijk een gesprek met Plaatselijk Belang is
aangevraagd. Deze vereniging heeft toen eerst inzage van de notulen gevraagd,
waarna het gesprek heeft plaats gevonden. De tijd was toen te kort om het
in de vorige vergadering te brengen. Plaatselijk Belang heeft uit de notulen
zelf een aantal punten opgesteld en met hier een daar een kleine redactio
nele wijziging in de mededelingen verwerkt. De punten zijn dus praktisch
letterlijk de mening van Plaatselijk Belang. Spreker meent te moeten consta
teren, dat het hele geval een storm in een glas water is geweest, dat meer
toegespeeld is op de bewuste raadsvergadering dan op het dorp zelf.