Spreker zegt, dat Plaatselijk Belang over het gevoerde beleid uiterst te vreden is, omdat alle belanghebbende Wargasters aan hun trekken zijn gekomen. Er zijn nu zelfs terreintjes over. Spreker zegt, dat in het betoog van de heer van Essen hem 3 facetten hebben aangesproken. In de eerste plaatt de wijze waarop de heer van Essen sprak. Wethouder Draisma, als voorzitter, heeft zich daaraan geërgerd. Spreker heeft het meer bij zich neer laten glijden, want na minister Vredeling en om dichter bij huis te blijven, na Stef de Haas, is men uit die hoek wel wat gewend. In de tweede plaats sprak de heer van Essen namens de fractie. Men kon hieruit proeven, dat het speciaal op de voorzitter was toegespeeld.In de derde plaats het beleid zelf. Wet houder Draisma heeft dit beleid in de bewuste vergadering toegelicht. Burge meester en wethouders hebben geen klachten ontvangen, alleen maar tevreden geluiden gehoord. Achteraf kan men makkelijk zeggen, als men zus en zo had gehandeld was het beter geweest, maar dat is gepraat achteraf en erg goed koop. Plaatselijk Belang heeft gezegd.dat, wanneer de informatie eerder was verstrekt, deze moeilijkheden misschien niet gebeurd zouden zijn. Een derge lijke bewering is op de keper beschouwd aanvechtbaar. Het vooraf inlichten van verenigingen en instanties buiten de normale kanalen schept consequenties en kan tot bevoorrechting leiden. Spreker is van mening dat bij de aanbieding van de kavels eigen kanalen moeten worden gebruikt. Spreker merkt op, dat ook de rente-consequenties zijn genoemd. Maar de richtlijnen voor verkoop en optie zijn door vorige colleges vastgesteld. Spreker meent, dat het beleid nooit anders is geweest en steeds door de raad mee is bepaald. Wat het verstrekken van informatie aan de raad betreft zegt wethouder Terpstra, dat dit college uitvoeriger is geweest dan welk college in het verleden ook, hoewel dit voor die colleges zeker geen verwijt is. Het houdt echter wel in, dat men bij het plaatsen van opmerkingen wel goed moet nadenken over hetgeen wordt gezegd. Spreker zegt, dat hij te vreden is, wanneer de heer van Essen het kan opbrengen om toe te geven, dat hij in de vergadering van augustus te ver is gegaan. De heer Schermer merkt op, dat volgens wethouder Terpstra Plaatselijk Belang aan de hand van de notulen deze opmerkingen heeft gemaakt. Spreker heeft zoëven bij de punten 3 en 4 reeds gezegd, dat de heer van Essen groten deels namens de fractie en de bevolking van Warga heeft gesproken. Hij heeft de naam van Plaatselijk Belang wei genoemd maar niet namens die groep ge sproken. Als Plaatselijk Belang dit allemaal uit de notulen leest, dan leest ze meer dan er instaat. De voorzitter'U moet er niet te slim om heen draaien". Spreker zegt, dat de heer Schermer de indruk wekt, dat de heer van Essen op 16 augustus namens de fractie heeft gesproken. De heer van Essen heeft ook namens de bevolking van Warga gepraat. Dit heeft de raad in zijn totaliteit nog nooit durven doen. Tevens heeft de heer van Essen meermalen Plaatselijk Belang, sprekende opgevoerd en gezegd wat Plaatselijk Belang voelde. Wanneer de heer van Essen spreekt namens de bevolking van Warga, dan moet hij wel begrijpenjdat ook Plaatselijk Belang een integrerend onderdeel van die bevolking uitmaakt. Het bestuur van Plaatselijk Belang vraagt zich wel af, nu de fractie van de P. v.d. A. de punten gelezen heeft, of nog steeds volgehouden wordt, dat Plaatselijk Belang over deze zaak met burgemeester en wethouders niet meer redelijk kan spreken. De heer Schermer interumpeert, wat hij in zijn betoog bij de punten 3 en 4 al gezegd heeft, dat teruggenomen wordt dat over Plaatselijk Belang is gezegd. De voorzitter"U trekt terug en de heer van Essen trekt terug, dat Plaatselijk Belang met burgemeester en wethouder niet meer redelijk over deze zaak kunnen praten".

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1977 | | pagina 9