Punt 2. Uit de gevoerde discussies in het algemeen bestuur is naar voren gekomen, dat de landschapsverordening niet bedoeld is om de groei van de recreatie af te remmen. Punt 3. In de bewuste vergadering is over een centrale registratie niet gesproken. In de discussie is wel gezegd -dit is niet genotuleerd- dat registratie alleen zinvol is, indien ook bezoekende boten een kenteken krijgen. Punt 6. Dit klopt niet. De notulen geven wel de juiste formulering weer. De voorzitter interumpeertdat de heer de Wolf op een toer zit, die de andere raadsleden niet kennen. De heer de Wolf vat zijn betoog als volgt samen. Hij stelt zich achter de nota van de regioraad maar maakt wat de inspraakreactie van het schap betreft een voorbehoud. De heer van Belle betreurt het, dat de regioraad eerst een reactie uitbrengt en daarna pas de raad zelf. Spreker meent, dat het best de moeite waard is de nota aan het eigen beleid te toetsen. Hij zegt met de reacties vrij veel moeite te hebben. De inspraakreactie van "De Lege Midden" stikt van de vaagheden. In bijna alle zinnen staat "toezichthouden"Spreker zegt dat men moet aangeven wat men wil. Aangaande het kamperen bij de boer dient volgens de reacties niet te veel beperkingen te worden opgelegd. Spreker zegt dat deze raad allerlei beperkingen ten aanzien van dit kamperen heeft gesteld. Bij punt 7 wordt niet aangegeven wat voor voorzieningen nodig zijn. Het zelfde geldt wat de controle op het vaargedrag en de vaarsnelheid betreft. Voorts staat bij punt 11,dat men aandacht moet schenken aan de slechtweer- accommodatieWat betekent dit precies. Moet men bij dergelijke uitspraken geen vraagteken s zetten. Spreker zegt, dat deze problemen zich ook voordoen bij de reactie van de regio. Zo is punt 2 wat het eerste deel, de procedure, betreft erg terecht. Verder is het slim geredeneerd en moeilijk te lezen. In de redenering zit een kronkel. Aan de ene kant bepleit men een stop, een schaarsere groei, aan de andere kant koppelt men dit aan de vrije markt, hetgeen betekent.dat het duurder wordt, dus populair gezegd.Jan Modaal zal het straks niet meer kun nen betalen. Spreker vindt dit een foutieve benadering. De heer de Boer zegt, dat burgemeester en wethouders voorstellen zich achter beide visies van de regioraad en het schap te scharen. Spreker vraagt zich af,hoe men zich achter beide reacties kan stellen. Wanneer men bij voorbeeld over het remmechanisme spreekt, dan is de toepassing hiervan in beide reacties niet gelijk. Door het recreatieschap wordt hierop meer de klem gelegd. Hetzelfde geldt voor de economische activiteiten. De regio zet hierbij een vraagteken, omdat deze activiteiten aan de ene kant wat voordelen voor de middenstand opleveren, terwijl zij aan de andere kant voor de gemeente kosten verhogend werken. De heer Knossen meent, dat de reactie van de heer van Belle te vroeg is. Eventuele alternatieven komen pas bij de volgende stap ter sprake. Spre ker vindt, dat het recreatieschap de zaak dichter bij de gemeente heeft be trokken dan de regio. Miar de tijd van voorbereiding van het schap is ver moedelijk wat te kort geweest.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1977 | | pagina 11