-10-
Ir. Heeling zegt, dat dit soort argumenten ook bij gedeputeerde staten
zullen moeten worden gemaakt.
De heer de Wolf zegt, dat een ieder de vrijheid moet hebben te wonen
waar hij wil. Men moet niet te veel woningen bouwen, teneinde de aanleg van
een kostbare riolering te voorkomen.
Methouder Draisma zegt, dat wanneer nu een bestemmingsplannetje voor
5 woningen wordt gemaakt, na verkoop van de laatste woning weer de neiging
ontstaat een nieuw plan te ontwerpen. Spreker vraagt zich af, of de gemeen
schap hiermee gebaat is. Spreker meent dan ook, dat men zich op de grote
kernen moet richten, in't bijzonder Roordahuizum on Wartena. Dit is reële
problematiek
De heer de Wolf meent, dat men niet bang moet zijn zich aan koud water
te branden, kanneer 5 woningen gebouwd zijn kan men te zijner tijd opnieuw
beslissen.
De voorzitter merkt op, dat menig dorp er spijt van heeft gehad, dat
er mensen kwamen wonen, die men er liever niet had.
De heer Knossen vraagt vanuit welke visie het bureau redeneert bij het
bestemmingsplan buitengebied.
Ir. Heeling zegt, dat veel belangen hier een rol spelen. Er is een tijd
geweest, dat het milieu en het landschap overheersten.Toen zijn de boeren in
het geweer gegaan en heeft men landelijk zinvol nagedacht over de functie van
agrarische produktiegebieden. In de buitengebieden zullen alle belangen worden
afgewogen.
Ir. Brouwer zegt, dat de beleidsmatige punten bezien worden, wanneer het
plan wordt opgemaakt. Zo zijn er vragen over wat er met verspreide woningen
moet gebeuren, eventueel met recreatie, moeten er dienstwoningen gebouwd kun
nen worden. Toename van de bevolking in het buitengebied kan van invloed zijn
op het milieu. Ook hinder kan een aspect zijn wanneer men dicht bij een varkens-
mesterij woont. De bedoeling is derhalve dat dit hele scala van afwegingen
klaar moet zijn bij het plan buitengebied. Momenteel wordt onderzocht hoe de
methodiek het best inpasbaar kan worden gemaakt. Het college van burgemeester-
en wethouders moet dan te zijner tijd hierop zijn visie geven en een stuk be
leid hierover maken.
De voorzitter merkt op, dat een vraag is, hoe ver een boer mag uitbreiden.
Hierover praat men dan met landbouworganisaties. Wat doet men met de boerderij
in't waterland die vrijkomt enz. Al deze dingen moeten worden verzameld en
daarop meet het beleid worden geformeerd. Dit is een enorme opgaaf en er is
praktisch nog geen gemeente die dit plan reeds goedgekeurd heeft gekregen.
De heer de Wolf brengt dan de laatste Haagse mode, de landschapsparken,
ter sprake. Spreker acht dit aspect in dit grote natuurgebied erg discutabel.
Het onttrekken van grond aan agrarisch gebruik zal op grote weerstand stuiten.
Ir. Drouwer meent, dat met de Haagse wensen wel rekening moet worden ge
houden. Ook deze materie moet vanuit een gemeentelijk standpunt worden bekeken.
Eventueel zal er een schadevergoedingsregeling moeten komen.
De heer de üolf zegt, dat men roet een schadsvergoedingsregeling aan de
boeren alleen niet klaar is. Ook de werkgelegenheid speelt hierbij een rol.
Ir. Heeling merkt op, dat voorheen de agrarische funktie wel eens onder
schat is. Hierop komt men nu terug. Daarom dient men vanuit een agrarisch
standpunt te handelen en te bekijken hoe men een landschap kan bewaren.
Ir. Brouwer wijst op de nieuwe veerpont in de 3urö. Het agrarisch belang
heeft hier overheerst.
De heer de Wolf meent, dat de raad eens per half jaar wordt ingelicht
over de stand van zaken met betrekking tot de ruilverkavelingen.