GEMEENTE iDAARDERADEEL
GROUW
No. 1114.
4. Voorstel tot vaststelling van het gemeen
telijk bibliotheekplan voor de jaren
1980 - 1982.
Aan de gemeenteraad.
Grouw, 7 april 1978.
Op grond van artikel 3 van de Bibliotheekwet stellen de gemeenteraden,
na overleg met de belanghebbende instellingen, voor hun gemeente een ge
meentelijk bibliotheekplan vast.
Dit gemeentelijk plan wordt vastgesteld ten behoeve van het samenstel
len van een provinciaal bibliotheekplan.
Bij het vaststellen van het landelijk bibliotheekplan wordt uitgegaan
van deze provinciale plannen.
Het landelijk plan moet thans worden vastgesteld voor de jaren 1980
t/m 1982.
In dit landelijk plan worden opgenomen:
a. de op het tijdstip van vaststelling bestaande objecten van openbare bi
bliotheekvoorziening, waarvan de kosten overeenkomstig de bibliotheekwet
worden vergoed?
b. de nieuwe objecten van openbare bibliotheekvoorziening, die in de jaren,
waarop het plan betrekking heeft, tot stand zullen worden gebracht;
c. een aanduiding van de onder a en b bedoelde objecten van openbare bi
bliotheekvoorziening;
d. een aanwijzing van de gemeenten en provincies, die het in standhouden
van objecten van openbare bibliotheekvoorziening zullen bevorderen, dan
wel zelf ter hand zullen nemen.
Het gemeentelijke plan heeft geen verbindend karakter, dit wil zeggen,
de gemeente, die objecten in haar plan opneemt, is daarmee niet op grond
van de wet verplicht, deze plannen ook uit te voeren.
Die verplichting ontstaat eerst voor die gemeenten, die worden opge
nomen in het landelijk plan en alleen voor de in dat plan opgenomen objecten.
Wanneer dat plan onherroepelijk is geworden, is de gemeente verplicht, de
daarin opgenomen voorziening te bekostigen.
Het rijk verleent, zoals bekend, een subsidie van 100% in de kosten van
het personeel en, maximaal 20% in de overige kosten (huisvesting, boeken
collectie enzOp grond van de overgangsbepaling van de wet is dit per
centage voor de jaren 1979, 1980 en 1981 bepaald op respektievelijk 5, 10 en
15%.
Het gemeentelijke plan voor de jaren 1980 t/m 1982 moest voor 1 januari
1978 worden vastgesteld. Omdat de nodige uitvoeringsvoorschriften inzake
de eisen, welke worden gesteld aan huisvesting, openstelling en boekencol-r
lectie nog steeds niet definitief zijn vastgesteld, is toestemming verleend,
het gemeentelijk plan voor de eerste maal vóór 1 april 1978 vast te stellen.
Op grond van het in uw vergadering van 2 maart j.l. genomen besluit
behoort de vaststelling van het gemeentelijke plan tot de bevoegdheden van
het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke raad (artikel 16)
Nu de gemeenschappelijke regeling pas in werking treedt op de eerste
dag van de maand, volgende op die van de bekendmaking in de Nederlandse Staats
courant en deze publicatie nog geruime tijd op zich kan laten wachten, is
het gewenst, dat de deelnemende gemeenten, elk voor hun gebied, het gemeente
lijk plan vaststellen.