-2-
Ter uitvoering van dit raadsbesluit hebben wij bovenbedoelde stukken, onder
verwijzing naar de inhoud aan gedeputeerde staten toegezonden bij brief
van 12 februari 1976, no. 551. Aangezien naderhand bleek, dat in het be
trokken raadsbesluit een onjuistheid was geslopen, hebben wij bij schrijven
van 20 april 1976, no. 1348, een gewijzigd exemplaar aan genoemd college
doen toekomen.
Voorts hebben wij bij schrijven van IS februari 1976, no. 633, de adviezen
toegezonden aan het Recreatieschap "De Lege Midden",
b. Bij schrijven van 4 februari 1976, no. 448, -derhalve voorafgaande aan het
raadsbesluit van 10 februari 1976-- hebben wij gedeputeerde staten desge
vraagd meegedeeld, dat naar onze mening geen vaste ligplaatsen zouden mogen
worden gecreëerd binnen het gebied, begrensd door Prinses Margrietkanaal,
Biggemeer, Graft, Kruiswaters, Langesloot, Siegersdiep, Fokkesloot, Kruis-
dobbe, Hooidamsloot, Grietmansrak, Goëngahuistersloot, Modderige Bol,
Janssloot, Wijde Ee en Pikmeer.
Voorts hebben wij bedoeld college laten weten, dat het bij ons geen bezwaar
ontmoet, dat in de volgende wateren ligplaatsen worden toegestaan:
1De Blieken
2. Nauwe Galle vanaf boerderij J. de Leeuw tot de brug over de Tuitse met
opvaarten naar de boerderijen van Nauta en Nijdam.
3. Kromme Sloot tot 200 meter buiten Idaard.
4. Wargastervaart vanaf Domwier tot. Warga, uitgezonderd 200 meter aan weers
zijden van de grote brug 100 meter oever in noordelijke richting vanaf
boerderij Schuurmans.
5. Opvaarten naar Warstiens.
6. Wartenaster Wijd t/m H. Visser vaart door Wartena, met uitzondering
van een strook van 150 meter ter weerszijden van de brug strook van
50 meter ten oosten van de provinciale brug.
7. Meanewei tussen brug en Wijdesloot.
8. Boorn vanaf opslag fa. Smit tot 200 meter voorbij boerderij Hellinga.
9. Het Zwin vanaf Roordahuizum 200 meter in zuidelijke richting.
Vervolgens hebben wij gesteld, dat voor de overige wateren in deze gemeente
naar onze mening een ligplaatsverbod voor meer dan drie achtereenvolgende
dagen zou moeten worden vastgesteld.
Tenslotte hebben wij aan het slot van de onderhavige brief medegedeeld, dat
de door de raad ingestelde "Adviescommissie Recreatieverordening Waterland"
binnenkort ook haar visie aan genoemd college zou doen toekomen.
Burgemeester en wethouders van Smallingerland hebben bij schrijven van 2
juli 1976, no. 5702-lIï, mede namens ons en het college van burgemeester
en wethouders van Tietjerksteradeel, aan gedeputeerde staten verzocht, om
het afgeven van ontheffingen voor alle pleziervaartuigen, ongeacht de af
metingen, in de openbare wateren binnen de drie gemeenten volledig aan
burgemeester en wethouders van de betreffende gemeenten over te dragen.
Op dit verzoek werd evenwei afwijzend beschikt.
Bij brief van 9 mei 1977, no. 3974-III, hebben burgemeester en wethouders
van Smallingerland, mede namens de beide andere college aan gedeputeerde
staten verzocht, het ligplaatsenverbod ook van toepassing te verklaren
voor de zgn. "kleine" pleziervaartuigen voor bepaalde wateren in de drie
gemeenten. Voor Idaarderaöeel betrof dit:
Lange Sloot (gedeeltelijk)Wartenaster Wijd Opvaart naar Warstiens,
Wargaster Vaart, Meanewei, Bouwesloot, Pomprak, Nauwe Galle, Blieken en
Opvaart naar Siteburen.