-3-
die termijn een andere gegadigde, dan vervalt 'dit recht en moet betrokkene
direkt tot koop overgaan.
De heer Knossenyraagt zich af, of de gemeente hier wel op de goede weg
is. Blijft er voor andere liefhebbers wel grond over.
De voorzitter antwoordt, dat grenzend aan de percelen A en B op de teke
ning, nog 13 ha, bestemd voor bedrijfsdoeleinden, grotendeels voor water
sport, beschikbaar is.
De heer van Essen zegt, dat de heer A.E. Wester in zijn brief stelt, dat
hij meermalen op het gemeentehuis is geweest om grond te kopen, maar dit kon
niet.
De voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders hierover niets be
kend is. Vermoedelijk doelt hij op dezelfde groenstrook van de jachthaven als
waarop de fa. R. Wester en Zn. wilde bouwen.
Wethouder Terpstra meent, dat het bestemmingsplan indertijd met opzet zo
is opgezet, omdat bij de te graven kolk voorzieningen nodig waren.
De heer Knossen vindt het onjuist, dat particulieren op het terrein!van de
jachthaven bouwen.
De voorzitter merkt op, dat destijds bewust gezegd is, dat alleen water
sportbedrijven zich rondom de jachthaven konden vestigen. Het is dan ook de be
doeling, dat deze bedrijven eventueel de oever van de nieuwe jachthaven kunnen
gebruiken.
De heer de Boer zegt duidelijk bezwaar te willen maken tegen het recht van
eerste koop. Hij kan zich het gevoelen van de heer A.E. Wester, dat hij 5.nge-
sloten wordt, begrijpen.
De voorzitter meent, dat de heer de Boer het niet te moeilijk moet maken.
Wie eerst komt, wie eerst maalt.
De heer Zwart is het met de heer de Boer eens nu er meer belangstelling
voor deze grond is.
De heer de Wolf stelt voor alleen te discussiëren over de verkoop en niet
over het recht van eerste koopjen op het laatste later terug te komen0
Wethouder Draisma merkt op, dat het hier om een aanvraag van een bedrijf
gaat.dat ingesloten zit en niet meer kan uitbreiden. Het bedrijf wenst nu een
stukje zekerheid wat de uitbreiding in de verdere toekomst betreft. Spreker
zegt, dat uit de brief van A.E. Wester niet valt te lezen, of hij in dezelfde
hoek terrein wil kopen. Overigens is er altijd een mogelijkheid voor dit be
drijf om grond te kopen. Spreker acht het niet juist, dat het terrein, waarover
vanavond wordt gepraat, in tweeën wordt gesplitst voor verschillende eigenaren.
De voorzitter constateert, dat het voorstel van de heer de Wolf voldoende
wordt ondersteund. Spreker zegt het een billijk uitgangspunt te vinden, wanneer
een bedrijf voor zijn toekomstige ontwikkeling over grond kan beschikken.
De heer Zwart vraagt.of het niet beter is dit voorstel terug te nemen en
in de volgende vergadering een tekening over te leggen, waarop de gebouwen ge
situeerd zijn.
Wethouder Draisma meentdat de structuurschetsdie de raad in de werkver
gadering heeft bekeken en ook de ter inzage liggende situatietekening duidelijk
genoeg zijn. Spreker zegt, dat hij 3 weken geleden met de zoon van A.E. Wester
het gehele bedrijf bekeken heeft entoen is over koop van grond niet gesproken.
De heer de Wolf merkt op,dat hieruit duidelijk blijkt.dat men met de over
heid niet praat maar correspondeert.
De voorzitter meent tenslotte, dat uit de discussie duidelijk blijkt, dat
de raad niet voelt voer het recht van eerste koop/ Hij stelt voor de grond,
op de tekening gemerkt met A, aan de fa. R. Wester en Zn te verkopen en het
recht van eerste koop in het besluit te schrappen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt al dus besloten.
/,nu het recht door een omissie niet is genoemd in het voorstel maar
alleen in het ontwerp-besluit.