De plinten b en c waar over principe wordt gesproken,zeggen spreker niets. Spreker vraagt zich verder af, of de heer van Essen de commissie ook over de kostenfactor wil laten praten. Veel belangrijker dan de plaats is, wat financieel haalbaar is. Daarvoor zou een commissie kunnen worden ingesteld. Maar hoe komt het dan met de plannen voor het welzijnsbeleid.' □e heer de Wolf merkt op, dat het hier om 3 voorstellen gaat en spreker bespeurt de neiging om die afzonderlijk te behandelen. Het gaat hier namelijk om het afbreken van de gebouwen, de varkoop van de grond en de voorbereiding tot huisvesting voor het jeugd- en jongerenwerk. Spreker zegt met het eerste punt geen moeite te hebben, dat het 2e punt betreft, meent spreker, dat het college tot nog toe niet enthousiast was over het werken met projektontwikkelaarsIs dat nu wel het geval? Spreker zegt, dat het schetsplannetje voor de bouw van een zestal woningen hem niet erg aan- spreekt. Pat de koppeling van de verkoop van de grond met een financieel nogal ondoorzichtig plan voor een clubhuis betreft, merkt spreker op, dat hij deze punten graag afzonderlijk wil zien. /de huisvesting van Aangaande/het jeugd- en jongerenwerk merkt spreker op, dat hij dit ander wil zien dan alleen maar een onderdak voor Why. In de vorm van, dat aan dit werk wat moet worden gedaan, kan spreker wel meegaan. Hetgeen in het voorstel wordt gesuggereerd heeft spreker nogal verbaasd. In deze gemeente wordt namelijk voor de jeugd heel wat gedaan. Denk aan de sportvoorzieningenop het gebied van onderwijs etc. Men heeft ongelijk als men kreten slaakt,dat er voor de jeugd niets wordt gedaan. Spreker vindt, dat men dit werk ruimer moet zien en bijvoorbeeld combineren met aktivi- teiten voor bejaarden, zoals een soos en creativiteitswerk. Hij vindt dat de gemeente met de groep Why, zoals die zich in de loon der jaren heeft ontwikkeld, geen zaken kan doen. Vaak hangt de aktiviteit en de doelstel ling van zo'n groep af van de bestuurssamenstelling. Het blijkt ook uit het feit, dat Why zich momenteel rechtstreeks richt tot de raadsleden, in- plaats van, zoals het hoort, tot h^aJ^temeantobostuurSpreker heeft van de voorzitter van IDA gehoord, dat de laatste brief voor deze een even grote verrassing was als voor hem. Spreker vermoedt, dat deze brief, alsmede een krantenartikeltje in de "Mid Fryslander" mede aanleiding is geweest tot de gepleegde vernielingen. Het bestuur van IDA vat haar verantwoordelijkheid voor de projekten zo op, dat elke groep vrijgelaten wordt in zijn doen en laten. Spreker vraagt zich af, of het verantwoord is met een bestuur, dat zijn verantwoordelijk- heid zo licht opvat, een principe-overeenkomst te sluiten. Men moet dan wel zekerheid hebben inzake de representatieve organisatie, waarin vol doende continuiteit en bestuursverantwoordeiijkheid te verwachten is, voor dat de gemeente op verantwoorde wijze hieraan iets kan doen. Men krijgt dan het stellen van prioriteiten, de plaatskeuze. Wat dit laatste aan gaat, zegt spreker, dat de jeugd zich wil uitleven en dat kan soms lawaai met zich meebrengen. Spreker is het eens met het raadslid, dat gezegd heeft, dat in de punten b en c nogal wat wordt gesuggereerd. Hier staat het woordje principe in, hetgeen betekent, dat er in v/ezen nog niet zoveel staat. Daarom verzoekt spreker het college een uitgewerkt voorstel over de vorm waarin, voorwaarden waaronder en de financiering van het jeugd- en jongeren werk aan de raad over te leggen. Spreker zegt, dat een artikel-61 commissie niet te zwaar is. Zo'n commissie lean meer doen dan een losse commissie.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1978 | | pagina 11