-11- Wij hebben dit besluit kunnen en durven nemen, zij het in de weten schap, dat de financiële gevolgen ervan in hun werkelijke betekenis pas manifest zullen worden in de jaren 1980-1983. Niettemin hebben we eensge zind besloten dit risico te aanvaarden, omdat we allen het intuitieve ge voel hadden: "Als we het nu niet doen, dan lukt het nooit meer". Zij, die vandaag afscheid nemen, zo goed als degenen, die in septem ber weer zullen terugkeren, kunnen met voldoening terugzien op de afgelopen vier jaar, waarin een aantal belangrijke objecten zijn uitgevoerd of zover zijn voorbereid, dat met de uitvoering ervan binnenkort kan worden begon nen. Dat u, zo goed als elke nieuwe raad, bij uw optreden in 1974, al een belangrijk stuk voorbereidend werk aantrof, doet aan die voldoening geen afbreuk. Vier leden van de raad nemen vandaag afscheid: mevrouw Spijkstra-Nij- dam, mevrouw Kooistra-de Zee en de heren de Boer en van Belle. Mevrouw Spijkstra heeft al eerder in de raad gezeten, van 28 februari 1963 tot 6 augustus 1974. Dit wordt dus haar tweede afscheid. Evenals destijds, kwam zij ook nu door een tussentijdse benoeming in de raad. Op 16 november 1976 volgde zij de heer Vledder op. Heeft haar eerste raadsperiode 11^ jaar geduurd, haar tweede bleef beperkt tot een jaar en negen maanden. Zij is het enige raadslid, dat de zeer magere -en dus politiek ondankbare- jaren tussen 1962 en 1970 heeft meegemaakt. Ver geleken met die tijd, moet het thans een prettige ervaring voor haar zijn geweest, bijna twee jaar mee te kunnen aanzitten aan de gemeentelijke vet potten Haar politieke benadering van de gemeentelijke bestuurstaak heeft zich niet gewijzigd tussen toen en nu. Haar soms onafhankelijke opstelling en haar moederlijk trekje, vooral oog te hebben voor de kleinigheden die het leven kunnen veraangenamen, heeft haar niet verlaten. Evenals bij haar afscheid in 1974 kan ik ook nu zeggen: "Door haar af scheid zal de verscheidenheid in opstelling van de raadsleden er niet kleur rijker door worden" Met mevrouw Kooistra vertrekt, na een periode van vier jaar, een lid van de jongere garde uit ons midden. Als jong en beginnend raadslid, deel uitmakend van een grote fractie, met een aantal routine's, zal zij spoedig hebben ervaren, dat het in zo'n situatie niet zo gemakkelijk is aan de politieke bak te komen. Nu heb ik van mevrouw Kooistra echter nooit de indruk gekregen, dat zij zat te dringen om zich duidelijk te manifesteren als gemeentelijke po litica. Daar is zij te vriendelijk en te zachtaardig voor. Zij had, zo leek het mij, geen andere bedoeling dan haar werk goed te doen. En dat werk moest zij verrichten binnen het beperkte kader, dat een grote fractie aan een nieuweling te bieden heeft. Maar het zijn juist deze eigenschappen, die haar voor ons zo sympathiek hebben gemaakt. De heer van Belle behoort al evenmin tot de veteranen van de raad. Toen hij vier jaar geleden als nieuweling en nog jong van jaren deze zaal betrad, nam hij als enige representant van zijn politieke partij zitting in de raad. Mag ik er aan toevoegen: een nogal progressief en indealistisch ingestelde partij. Dat is voor de vertegenwoordiger ervan, die als eenling in de raad zit, geen gemakkelijke positie. Want -zo zie ik het althans, en vandaag mag ik mij wel veroorloven een persoonlijke noot in mijn woorden te leggen-, want een idealistische en progressieve groepering heeft vaak de neiging van haar vertegenwoordiger meer te verwachten, dan één enkel raadslid te midden van 12 andere kan waar maken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1978 | | pagina 27