Grouw, 6 november 1978. Aan burgemeester en wethouders. De derde afdeling van de raad heeft heden het ontwerp-voorstel tot continuering van de samenwerking in de regio Leeuwarden behandeld. Na kennisneming van de op deze zaak betrekking hebbende stukken en de ter ver gadering gegeven toelichting is de afdeling unaniem van mening, dat het aanbeveling verdient, dat de samenwerking in regioverband wordt gecontinueerd. Wel plaatst de afdeling een vraagteken bij de in de concept-regeling geïncor poreerde bepaling, dat medewerking bij overdracht van bevoegdhede tegen de wil van een gemeente kan worden afgedwongen (artikel 42)zij het met gekwalificeerde meerder heid. Zij vraagt zich af, of in bepaalde gevallen niet een soort vetorecht moet worden ingebouwd. De afdeling is verder van mening, dat het geen bezwaar behoeft te ontmoeten, dat in regiocommissies met een uitsluitend adviserende taak ook ambtenaren van één der deelnemende gemeenten worden opgenomen. Ook acht de afdeling het gewenst, dat naast de openbare kennisgeving op de in de gemeenten gebruikelijke wijze door de burgemeester, de regiovergaderingen mede door de voorzitter van de regioraad in de provinciale bladen worden aangekondigd. De afdeling acht het voorts een belangrijke zaak, dat de in de vergadering van de regio te behandelen punten tevoren worden besproken in de derde afdeling, aange vuld met een vertegenwoordiger van de fracties, die in de afdeling geen zitting hebben (F.N.P.). Ten behoeve van een zo breed mogelijke informatie verdient het naar de mening van de afdeling aanbeveling, dat de besluitenlijsten en verslagen van de vergade ringen van de regioraad, de conclusies van de dagelijkse bestuursvergaderingen, als mede de verslagen van de commissievergaderingen aan alle raadsleden worden toege zonden De afdeling is tenslotte van oordeel, dat bij het contact met andere overheids organen en instanties ook steeds het minderheidsstandpunt naar voren moet worden gebracht (artikel 33) Op grond van het bovenstaande geeft de afdeling in overv/eging, om met inacht neming van de gesignaleerde opmerkingen, in beginsel te besluiten, de samenwerking in regioverband te continueren. De rapportrice, (w.g.) A. Faber-Mintjes

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1978 | | pagina 199