-25-
Voorts merkt spreker op, dat men met betrekking tot de jongste verkie
zingen geen goede oplossing heeft gevonden omtrent de evenredige verte
genwoordiging van groeperingen in de regioraad. Persoonlijk is spreker
er voor, dat de regio zich op dit punt nog eens ernstig nader gaat be
raden. De vertegenwoordiging van de gemeente kan op grond van de poli
tieke overtuiging van betrokkene wel eens een conflict geven. Spreker
is van oordeel, dat de vertegenwoordiging van de gemeente als zo danig
moet prevaleren. Het op een andere leest schoeien van de verslaggeving
kost veel tijd en geld, zegt spreker, Dit impliceert, dat het apparaat
duurder zal worden. Indien man het wenselijk acht, dat nog meer ver
slagen van de regiovergaderingen moeten worden verspreid, zullen de
gemeenten hier zelf voor moeten zorgen. Wat het kostenaspekt betreft,
wijst spreker er op, dat successievelijk steeds meer diensten onder de
recrio zullen worden geflapt. Hierdoor zullen de kosten van het appa
raat van jaar tot jaar toenemen. Wel krijgen de raden steeds de kans
zich uit te spreken over nieuwe taken, waarvan gedacht wordt, dat deze
in regioverband moeten worden aangevat. Zowel met het oog op de inhoud
als met betrekking tot de kosten, kan de raad zich nader beraden.
Samenvattend merkt spreker nog op, dat de nieuw opgezette struktuur
van de regio mede is gebaseerd op de reakties van de aangesloten ge
meenten.
Gezien het reeds gevorderde tijdstip, wenst de heer de Wolf alle
aanwezigen: "Goemoarn".
Wethouder Terpstra stelt voor, de naar voren gebrachte reakties
en aanbevelingen nauwkeurig te formuleren en deze onder de aandacht van
de regio te brengen.
Mevrouw Faber beklemtoont in dit verband nog eens de consequenties
van artikel 42, lid 6.
Wethouder Terpstra stelt voor de regio te berichten, dat artikel
42, lid 6, moeilijk zo kan worden geaccepteerd, omdat een duidelijk
voorbeeld van een geval, waarop dit artikel doelt, ontbreekt. Spreker
zou graag zien, dat de regio een dergelijk voorbeeld geeft.
De voorzitter zegt, dat lid 6 van artikel 42 ook vanuit een tegen
overgestelde gezichtshoek kan worden benaderd. Elf gemeenten maken deel
uit van de recrio. Tenminste 9 gemeenten (3/4 deel) moeten het met elkaar
eens zijn, om een taak of bevoegdheid aan de regio te kunnen overdragen.
Het gaat te ver om te stallen, dat steeds twee gemeenten tegen zo'n
overdracht zullen zijn. In de praktijk zai dat meestal tot één gemeente
beperkt blijven en dan neg alleen in die gevallen, waarin de elf gemeen
ten niet unaniem achter het voorstel staan. Het .is uiteraard zeer on
realistisch te veronderstellen, dat altijd, of in veie gevallen, juist
Idaarderadee 1 die ene gemeente zuj. zijn. Het zal nu eens de ene en dan
weer de andere gemeente zijn, die zich niet kan vinden in een voorstel
tot overdracht.
Daarom lijkt het verstandig en reëel de mogelijke consequenties van
lid 6 van artikel 42 rekenkundig te benaderen. Dat wil zeggen, dat elk
van de elf gemeenten een kans van 10 regen 1 heeft, dat een voorstel tot
overdracht van bevoegdheden of taken, in overeenstemming is met haar be
langen. De kans dat het tegenovergestelde het geval zou zijn is dus
slechts 1 op de 10 mogelijkheden en als u het maximaal wilt uitdrukken:
2 op de 9 mogelijkheden.