-2- bestemmingsplan tegelijk met het opsturen van de bouwplannen naar de schoon heidscommissie, van start gaat. De voorzitter antwoordt, dat, wanneer een bouwaanvraag binnen komt, de gang van zaken is, dat deze vrijwel per kerende post naar de schoonheids commissie om advies wordt gezonden. Indien daar een wijziging van het bestemmingsplan mee annex is, begint ge meentewerken meteen te werken aan de tot-standkoming van een voorbereidings- besluit. Wethouder Terpstra zegt, dat hij op hetgeen de heer van Gorkum in de vorige vergadering naar voren heeft gebracht, een antwoord heeft gegeven, dat niet in deze notulen staat. Misschien is de heer van Gorkum hiermee in de war. Spreker heeft toen gezegd, dat ook naar zijn mening deze procedure snel ler kan. Dat is hij nog van mening. Spreker zegt toe, dat het college dit nog eens zal bezien. De heer de Wolf merkt op, dat wanneer het nu zo is, dat tegelijkertijd met het verzenden van de bouwaanvraag naar de schoonheidscommissie, begon nen wordt met de werkzaamheden inzake de totstandkoming van het voorberei- dingsbesluit, dan is iedereen tevreden. Spreker had de indruk, dat dit tot nutoe niet zo was. De voorzitter antwoordt, dat de gang van zaken is, zoals hij hiervoor heeft uiteengezet. Dat is nu niet zo, maar dat is altijd zo, aldus spreker. De heer van Gorkum zegt, dat het totnutoe zo was, dat eerstin hoofd zaak een bouwvergunning verleend moest kunnen worden op grond van esthetica e.d. Anders zou het zo kunnen zijn, dat wanneer het bouwplan ge wijzigd zou moeten worden, de gehele procedure waardeloos zou kunnen zijn. De heer Rnossen vindt het een interessante diskussie, die thans aan de gang is, maar acht het verstandiger een en ander in de eerst volgende afdelingvergaderingen aan de orde te stellen. De heer de Wolf zegt, dat de vorige keer is besloten, dat het zo moest zoals hij hiervoor heeft betoogd. Spreker is van mening, dat dit toen niet juist in de notulen is opgenomen. De heer Knossen heeft sterk de indruk, dat een en ander ook niet ge heel duidelijk is bij de verschillende woordvoerders op dit punt. Vandaar dat hij het verstandig acht, dat deze materie in alle rust nog eens wordt beoordeeld. De heer Draisma vraagt of het gebruikelijk is, dat bepaalde opmerkingen van de zijde van het college naar aanleiding van een diskussie direkt als besluiten moeten worden gezien. De voorzitter beantwoordt deze vraag ontkennend. Het gaat er om, wat er in die notulen had moeten staan. De heer Souma kan niet akkoord gaan met hetgeen staat vermeld op bladzijde 16, regels 10, 11 en 12 van onderen. Spreker heeft bij de regio geïnformeerd hoe of de verhouding op dat moment was in de verschillende commissies met betrekking tot de vertegenwoordiging van burgemeesters, wethouders en raadsleden en dat heeft niets te maken hoe of het college van burgemeester en wethouders van Idaarderadeel in de commissies is vertegen woordigd. Met inachtneming van het vorenstaande worden deze notulen vastgesteld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1978 | | pagina 7