-2-
Wel worden veel zwembaden door stichtingen geëxploiteerd, maar in de laatste
tijd komen de gemeenten hierop terug en nemen zelf de exploitatie ter hand.
Dit laatste houdt uiteraard verband met de tekorten, welke op exploitatie van
zwembaden drukken en welke door de gemeenten moeten worden betaald.
Gelet op het vorenstaande zijn wij van mening, dat ook van de stichtingsvorm
moet worden afgezien,
d. exploitatie door een commissie ex artikel 61, lid 1 sub a van de gemeentewet.
Sinds 1954 kan de raad functionele commissies instellen voor de behartiging
van bepaalde belangen.
Bevoegdheden van de raad en van burgemeester en wethouders kunnen daarbij
aan een dergelijke commissie worden overgedragen. Tenminste één lid van de
commissie moet worden gekozen uit de leden van de gemeenteraad.
De werkwijze en de bevoegdheden van de commissie, alsook de openbaarheid
der vergaderingen, moeten door de raad bij verordening worden geregeld.
Voor een dergelijk onderdeel van de gemeentelijke taak kan tevens een tak
van dienst ex artikel 252 van de gemeentewet (bedrijf) in het leven worden
geroepen, waardoor de inkomsten en uitgaven in afzonderlijke begrotingen en
rekeningen worden opgenomen. In de gemeentebegroting wordt dan alleen het bedrag
van het nadelig saldo geraamd.
De ontwerp-begroting en rekening worden door een dergelijke commissie ge
maakt. De raad moet ze vaststellen c.q. voorlopig vaststellen, terwijl
gedeputeerde staten deze stukken moeten goedkeuren c.q. definitief vaststellen.
De commissie beheert het bedrijf binnen het raam van een goedgekeurde be
groting
De bedoeling van deze in 1964 in de gemeentewet opgenomen mogelijkheid tot
het vormen van commissies is geweest het aantrekken van deskundigen en belang
stellenden bij het bestuur van de gemeenten. De commissie voert, binnen het
raam van de aan haar toegekende bevoegdheden, een deel van de taak van de
gemeente uit.
Het voordeel hiervan is, dat de betrokkenheid bij de exploitatie van een
sporthal/zwembad van een direct verantwoordelijke commissie groter zal kunnen
zijn dan die van een college van burgemeester en wethouders, voor wie het
beheer van een dergelijke combinatie - naast alle andere werkzaamheden - een
extra belasting betekent.
In verband met een en ander zijn wij tot de conclusie gekomen, dat het
aanbeveling verdient, dat onder de naam van sporthal-zwembadcommissie een
commissie, als bedoeld in artikel 61, lid 1, sub a der gemeentewet wordt
ingesteld voor de behartiging van de belangen van de sporthal en het zwembad.
Voor de regeling van de samenstelling, werkwijze, taak en bevoegdheden van
de commissie hebben wij bijgaande verordening geconcipieerd.
Zoals u uit artikel 2 van het concept moge blijken, wordt gedacht aan een
commissie van tenminste 7 en ten hoogste 10 leden, van wie één een raadslid en
één een lid van ons colleae moet zijn. De overige leden kunnen worden ge-
recruteerd uit de bevolking (tenminste 2 uit Grouw, 1 uit Warga c.a., 1 uit
Wartena en 1 uit Roordahuizum c.a.).
Het aangewezen lid van ons college treedt als voorzitter der commissie op,
terwijl het secretariaat wordt vervuld door een door ons aan te wijzen
ambtenaar
De zittingsduur van de commissieleden valt samen met de zittingsduur van de
raad. De aftredende leden zijn terstond herbenoembaar (artikel 4)
De vergaderingen der commissie zijn openbaar (artikel 7)
De commissie is ingevolge artikel 12 belast met de behartiging van de be
langen van de sporthal en het zwembad te Grouw, waartoe onder meer geacht
wordt te behoren: