-3-
a. het beheer en de exploitatie van de sporthal en het zwembad te Grouw;
b. het jaarlijks indienen van een ontwerp-begroting met memorie van toe
lichting en van een ontwerp-rekening voor de sub a bedoelde accommodaties;
c. het desgevraagd of eigener beweging verstrekken van adviezen aan de raad
of burgemeester en wethouders betreffende de sporthal en het zwembad te
Grouw;
d. het doen van al hetgeen verder in het belang van de vorenbedoelde accommodaties
geacht kan worden te zijn.
Met uitzondering van een aantal met name genoemde bevoegdheden, zoals de
vaststelling van de begrotingde voorlopige vaststelling van de rekening,
kopen, ruilen en vervreemden van onroerend goed, het aangaan van geldleningen,
benoeming van vast personeel, de vaststelling van de tarieven en voor
waarden voor het gebruik van de sporthal en het zwembad - deze zullen door
de raad op ons advies en gehoord de commissie worden vastgesteld -, worden
aan de commissie voor de uitoefening van haar taak de bevoegdheden van de raad
en van burgemeester en wethouders toegekend.
Voor het gevoerde beheer en de exploitatie van de sporthal en het zwembad
is de commissie verantwoording schuldig aan de raad, terwijl het toezicht
op de uitoefening van de beheersbevoegdheden door de commissie bij ons college
berust (artikel 16)
De overige bepalingen van de verordening spreken naar onze mening voor zich
zelf, zodat wij mogen volstaan met daarnaar te verwijzen.
Aangezien wij van mening zijn, dat met de instelling van een commissie, als
bovenbedoeld het beheer en de exploitatie van de sporthal en het zwembad op een
bevredigende wijze zijn geregeld, stellen wij u voor, over te gaan;
a. tot instelling onder de naam van "Sporthal-zwembadcommissie" van een commissie,
als bedoeld in artikel 61, lid 1, sub a, der gemeentewet voor de behartiging
Vein de belangen van de sporthal en het zwembad te Grouw;
b. tot vaststelling van de verordening, regelende de samenstelling, werkwijze,
taak en bevoegdheden van de sporthal-zwembadcommissie
Wij merken noo op, dat over dit voorstel de tx/eede afdeling van de raad
is gehoord en dat zij ter zake bijgaand rapport heeft uitgebracht.
Zoals u moge blijken, is de afdeling van mening, dat het voorzitterschap
van de commissie in plaats van aan het lid van ons college moet worden opge
dragen aan een door de commissie uit haar midden aangewezen lid.
Voorts stelt de helft van de afdeling zich op het standpunt, dat de commissie
zelf dient te beoordelen, wie tot leden van het dagelijks bestuur zullen worden
aangewezen
In tegenstelling met de gemaakte opmerkingen zijn en blijven wij van oordeel,
dat het met het oog op de grote financiële verantwoordelijkheid van de gemeente
noodzakelijk is, dat de voorzitter uit ons college wordt gerecruteerd. Dit
impliceert tevens, dat het lid van ons college deel uitmaakt van het dagelijks
bestuur. De aanwijzing van de andere leden van het dagelijks bestuur wordt aan
de commissie overgelaten.
Wat de opmerking omtrent het toelaten van reclame betreft, zij vermeld, dat
wij daar in principe voorstander van zijn, zulks met het oog op de inkomsten,
die daarvan mogen worden verwacht
Bij de feitelijke beoordeling dient naar onze mening echter wel op de aard
van de reclame te werden gelet. Het ongelimiteerd toelaten van reclame voor zaken,
die indruisen tegen de sportgedachtemoet onzes inziens worden vermeden.
Aangaande de rechtpositie van de tijdelijke arbeidskrachten, merken wij op,
dat het in de bedoeling ligt, deze geen aanstelling te geven in de zin van het
Algemeen Ambtenarenreglement of de Arbeidsovereenkomstenverordening, zodat zij
niet de status van ambtenaar zullen verwerven.