De heer van der Goot zegt, dat zijn mening omtrent grote samenwerkings
verbanden niet is gewijzigd. Daarom zal hij tegen dit voorstel moeten stemmen.De
beerde -Wolf antwoordt,dat de raad vanavond nog geen definitief besluit behoeft
te nemen, maar alleen in principe met het voorstel akkoord behoeft te gaan.
Wel heeft het spreker getroffen, dat de regio op de kanttekeningen, die de raad
heeft gemaakt, niet heeft gereageerd. Hij acht het gewenst dat burgemeester en
wethouders hierop reageren bij het regio-bestuur, waarmee dan ook het bezwaar
van de heer Draisma is ondervangen.
Wethouder Terpstra constateert, dat op een na alle sprekers voor de
continuering van de samenwerking zijn. Inderdaad is in de regioraad niet op alle
punten gereageerd. Het is nu echter de tijd om dit manco nog aan het regiobestuur
door de geven. Spreker zegt, dat de evenredige vertegenwoordiging (vraag de heer
Draisma) een moeilijk punt is waar de regioraad niet uit is gekomen, omdat de
gemeenten autonoom zijn. Hij heeft er echter geen bezwaar tegen dat de punten nog
eens onder de aandacht van de regio worden gebracht.
De heer Bouma zegt, dat op zich geen bezwaar tegen de motie bestaat. Het is
echter beter dat burgemeester en wethouders een brief aan de regio schrijven,
waarin alle punten worden aangehaald.
De voorzitter merkt nog op, dat de aanwijzing van de leden van de regioraad
tot de competentie van de gemeenten behoort. Dit is het enige antwoord dat het
regiobestuur kan en moet geven.
De heer van Gorkum vraagt wat er nu moet gebeuren. Kan dit later ook nog?
Wethouder Terpstra antwoordt, dat het hier nog steeds om een ontwerp van de
gemeenschappelijke regeling gaat. Het voorstel komt te zijner tijd nog één keer
in de raad terug.
De heer de Wolf meent, dat de raad in principe vóór dit voorstel is, maar
alvorens een definitief standpunt in te nemen, eerst antwoord van de regio op de
'9 punten moet afwachten.
De heer Draisma voelt wel iets voor de suggestie van de heer de Wolf en
hij wil hierin wel meegaan. Het spijt spreker dat de wethouders niet meer
informatie vanuit het regiobestuur kan geven. Eventueel moet een constructie
mogelijk zijn, dat leden alleen spreekrecht en geen stemrecht krijgen.
Wethouder Terpstra antwoordt, dat hij akkoord kan gaan met een brief naar het
regiobestuur, om alsnog antwoord op de vragen te geven. Het regiobestuur heeft
indertijd alle antwoorden van de gemeenten samengevat. Spreker herinnert zich niet
meer hoe het dagelijks bestuur op de vragen van deze gemeente heeft gereageerd.
Besloten wordt in principe met de continuering van de samenwerking in de regio
Leeuwarden akkoord te gaan en het regiobestuur te verzoeken alsnog te reageren
op de punten 2 t/m 9 in de indertijd geschreven brief.
De heer van der Goot krijgt aantekening tegen het voorstel te hebben gestemd.
Voorstel tot instelling van een commissie ex art.61, lid 1, sub a, van de gemeente
wet voor het beheer van de sporthal en het zwembad te Grouw.
De voorzitter doet lecture van een van de gezamenlijke sportstichtingen in
de gemeente ontvangen brief waarin de teleurstelling wordt uitgesproken over de
gevolgde procedure inzake de benoeming van de commissieleden. De stichtingen wijzen
er op, dat de georganiseerde sport in de voorbereidingscommissies steeds vertegen
woordigd zijn geweest. Waarom is dit nu doorbroken? Zij hadden het juist gevonden
een aantal zetels ter beschikking te stellen van de georganiseerde sport. Dat deel
van de commissie zou zich dan gesteund weten door de achterban.