Artikel 3.
Aan de vrijwilliger, beneden de rang van plaatsvervangend commandant wordt,
voor het verrichten van wacht- en consignatie- en bewakingsdiensten, een ver
goeding toegekend van 64,18 oer weekend.
Artikel 4.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen aan de vrijwil
ligers een vergoeding voor derving van loon of inkomsten toekennen wegens
het verrichten van de in artikel 2, le lid en 2e lid, bedoelde brandweer
dienst.
Artikel 5.
In de vaste vergoeding, als bedoeld in artikel 1, ?e lid, wordt geacht per
jaar te zijn opgenomen wegens onkostenvergoeding en k3edingtoelage een
bedrag van f 303,
Artikel 6.
De vrijwilligers, in de rang van brandmeester en chauffeur-monteur, die op
1 januari 1076 in funktie waren, genieten deswege in afwijking van het be
paalde in artikel 1, 2e lid, een vaste vergoeding van respektievelijk
f 650,en f 539,per jaar.
Artikel 7.
Deze verordening kan worden aangepaald als "Vergoedingsregeling vrijwilligers
bij de gemeentelijke brandweer" en wordt geacht in werking te zijn getreden
op 1 juli 1579, met gelijktijdige intrekking van de vergoedingsregeling,
vastgesteld bij raadsbesluit van 19 juni 1979, nr. 6.
Grouw, 18 september 1979.
De raad voornoemd,
voorzitter.
sekretaris